1. Je hebt in kaart gebracht op welke wijze ziektebeelden, beperkingen en/of stoornissen van
invloed zijn op de zelfzorg van de doelgroep
2. Je beschrijft de ondersteuningsvragen voor de cliënt (doelgroep) ten aanzien van de zelfzorg.
3. Je laat zien rekening te houden met de behoefte en mogelijkheden van de cliënt.
4. Je laat zien de eigen regie van de cliënt te kunnen versterken/ behouden.