Hst 3 + 4 schrijfvaardigheid

Welkom V3B
Nodig: boek, pen, map, laptop 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom V3B
Nodig: boek, pen, map, laptop 

Slide 1 - Slide

Agenda 
Zelf schrijven! 
Maar wel samen in een Lessonup
Pak je laptop en log in
Houd Kern erbij 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen deze week 
H. 3 Personages en perspectief.
Je leert hoe je levensechte personages verzint en een perspectief kiest voor je verhaal.  

H. 4 Setting en sfeer (blz. 98)
Je leert hoe je een setting verzint voor je verhaal en hoe je een bepaalde sfeer creëert. 


Slide 3 - Slide

Personages:

- mensen, dieren, monsters enz. 
- echt of verzonnen
- hoofdpersoon en bijrollen
- show, don't tell

Slide 4 - Slide

Perspectief:

- ik-verteller
- personale verteller
- auctoriale verteller

Slide 5 - Slide

Toen herinnerde Roodkapje zich opeens haar oma weer en vlug stapte ze weer door. "Grootmoeder is ziek", zei ze bij zichzelf. "Ik moet geen vlinders najagen en geen liedjes meer zingen. Ik moet voortmaken, voortmaken, zo gauw mogelijk het bos weer uit." Maar helaas had haar liedje de oren bereikt van de grote boze wolf die diep in het bos woonde. De wolf was sluw en listig en hij had altijd geweldige honger.
Welk perspectief wordt hier gebruikt?

Slide 6 - Slide

Beschrijf de ontmoeting tussen roodkapje en de wolf, maar gebruik nu het ik-perspectief. Je beleeft het verhaal vanuit het perspectief van de wolf. Gebruik 4 tot 6 zinnen
timer
5:00
Overleg alleen fluisterend. 

Slide 7 - Slide

Beschrijf de ontmoeting tussen roodkapje en de wolf, maar gebruik nu het ik-perspectief. Je beleeft het verhaal vanuit het perspectief van de wolf. Gebruik 4 tot 6 zinnen

Slide 8 - Open question

Creatief schrijven (als je een opdracht krijgt of voor jezelf):

- plot
- personages
- perspectief
- setting en sfeer

Slide 9 - Slide

Setting: de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt. 

Sfeer: door de manier waarop je de omgeving beschrijft. 

Slide 10 - Slide

Setting kiezen

- In welke tijd speelt het verhaal zich af?
- Wie zijn de personages?
- Wat zijn de gebeurtenissen?

Passen of juist contrasterend bij de gebeurtenissen. 

Slide 11 - Slide

Sfeer creëren
Beschrijf wat je ziet, hoort, ruikt en voelt. 
Niet te veel statische werkwoorden (bijvoorbeeld staan, liggen, zitten, hangen, zijn, zich bevinden. 

Slide 12 - Slide

Welkom V3B
Nodig: boek, pen, map, laptop 

Slide 13 - Slide

Agenda 
Komende lessen
Oefenen les 3/4 en 2 
Inleveren 

Slide 14 - Slide

Leerdoelen deze week 
Toepassen van kennis over argumenten in eigen schrijfwerk
Wat we gaan doen deze en de laatste twee lessen voor het PTO

Slide 15 - Slide

timer
5:00

Slide 16 - Slide

Show, don't tell
Tell
Naar school gaan is meer dan alleen leren. Wij willen graag dat de leerlingen het bij ons naar hun zin hebben. Daarom is een van de kernwaarden van onze school ‘betrokken’.

Show
Een van onze ouders gaf ons laatst een groot compliment. “Jullie zorg voor de leerlingen houdt niet op als de lessen erop zitten. Laatst was er een probleempje bij ons thuis. Ik wilde bellen om het uit te leggen, maar juf Ellen was ons al voor. Wat voelde dat goed. We staan er niet alleen voor.”

Slide 17 - Slide

Show, don't tell
Tell

Wat waren we trots toen we een paar maanden geleden de ‘innoward’ wonnen. Een prestigieuze prijs waar ook grote multinationals om strijden. Het was de kroon op de jarenlange ontwikkeling van onze nieuwe bakfiets.

Show
Een paar maanden geleden wonnen we de ‘innoward’. We hadden het nooit verwacht. Er deden ook multinationals mee en de zaal zat vol hotemetoten. “Dames en heren, een Nederlandse bakfiets waar de Chinezen voor in de rij staan”, zei de staatssecretaris. We wisten het meteen. Hij is voor ons! Onze financiële man stond boven op de tafel.

Slide 18 - Slide

Ik heb het koud
A
Show
B
Tell

Slide 19 - Quiz

Bibberend glibber ik naar de bus, ik trek mijn sjaal over mijn neus. Er spingen barstjes in mijn lippen.
A
Show
B
Tell

Slide 20 - Quiz

Ik haat docenten Nederlands
A
Show
B
Tell

Slide 21 - Quiz

Staat ze weer, daar voor de klas. De hele tijd praat ze over lezen. Ik wil niet lezen; laat mij lekker straattaal spreken.
A
Show
B
Tell

Slide 22 - Quiz

Show, don't tell.
'Het proefwerk is moeilijk'

Slide 23 - Open question

Twee voorbeelden: vb 1
Ik ben op Schiphol en er is vertraging. = tell

Ik heb honger en ik denk aan wat ik ga doen nadat ik straks geland ben. Ik ben zenuwachtig en moe. Om me heen hoor ik veel mensen praten en lopen, families, kinderen: allerlei mensen = show

Slide 24 - Slide

Twee voorbeelden: vb 2 show
Ik slaakte een diepe zucht. Waarom moet mij dit altijd overkomen? Mijn vliegtuig heeft vertraging en nu moet ik 2 uur op het vliegveld blijven. Ik ben om 3 uur 's nachts wakker geworden en zo ontzettend moe. Ik kan mijn ogen nauwelijks openhouden, het enige wat me op dit moment wakker houdt is het luide gekreun en de geïrriteerde stemmen van de mensen om me heen. Ik neem het ze niet kwalijk, ik bedoel, we zouden om 6 uur 's ochtends aan boord van het vliegtuig moeten gaan, en nu... nou, nu zou ik geluk hebben als ik op tijd in mijn hotel kan zijn. ''Mama, ik ben moe!'' Schreeuwt een klein meisje terwijl ze een melkfles op de grond gooide. Oh de geur van melk, walgelijk die poedermelk. Jezus, nu huilt ze. Ik heb medelijden met de ouders, ze zijn waarschijnlijk net zo moe en misschien nog wel meer dan ik. Ik zou graag meer met hen willen meeleven, maar ik heb echt niet de energie om te veel om mensen te geven. Ik denk dat ik mijn ogen even... ga.. sluiten... voor... heel... even......
 

Slide 25 - Slide

Gratis app
Staan gratis e-books en luisterboeken in

Ook bijvoorbeeld:
- biografie Lionel Messi, Badr Hari

Slide 26 - Slide

Fijne vakantie
Lees lekker je boek!


Of een ander boek...
www.onlinebibliotheek.nl

Slide 27 - Slide