This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Du hast 3 min für:
Je hebt 3 min om:
Jacke aus
Laptop geschlossen auf dem Tisch
Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
Als de timer is gestopt is zie ik iedereen in stilte bezig met de opdracht op het bord.
Slide 2 - Slide
Worträtsel
- Maak de woordpuzzel die je hebt gekregen.
- De woorden staan verticaal, horizontaal en diagonaal
- Als je klaar bent zoek je in het boek op blz. 84-85 de juiste lidwoorden en schrijft die voor het ?
- Schrijf de Nederlandse vertaling naast de woorden
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Wörter abfragen
Slide 4 - Slide
Was machen wir heute?
Worträtsel
Modalverben müssen, wissen, wollen
An die Arbeit
Abschluss
deutsches Lied
Slide 5 - Slide
Lernziel
Aan het einde van de les kan je door het maken van de opdrachten van tenminste 1 modaal hulpwerkwoord de vorm benoemen voor alle persoonlijke voornaamwoorden.
Slide 6 - Slide
Modale hulpwerkwoorden
Wat is een modaal hulpwerkwoord?
Welke ken je al?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
An die Arbeit
Machen im Buch:
Aufgabe 6, 7, 8 auf Seite 53-54
Hoe: De eerste 10 minuten in stilte
Klaar: Je laat mij zien wat je gedaan hebt.
timer
15:00
Slide 9 - Slide
Aufgaben besprechen
Slide 10 - Slide
Welches Modalverb kennst du?
Aan het einde van de les kan je door het maken van de opdrachten van tenminste 1 modaal hulpwerkwoord de vorm benoemen voor alle persoonlijke voornaamwoorden.