Woorden DigLin Voorstellen

Thema voorstellen
1 / 54
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema voorstellen

Slide 1 - Slide

de geboortedatum
De datum waarop je geboren bent.

Slide 2 - Slide

de geboorteplaats
De plaats waar je geboren bent.

Slide 3 - Slide

Wat is jouw geboorteplaats?

Slide 4 - Open question

het burgerservicenummer
Het nummer waarmee je bekend bent bij de overheid.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

hallo
Een groet als je iemand ontmoet die je kent.

Slide 7 - Slide

Hoe groet je de juf of meester niet?
A
Hallo juf
B
Dag meester
C
Goedemorgen mevrouw
D
Hallo

Slide 8 - Quiz

Wat zeg jij als je de klas in komt tegen de juf of meester?

Slide 9 - Open question

trouwen
Voor de wet beloven dat je met iemand samen wilt leven en dat je altijd voor hem of haar zult zorgen.

Slide 10 - Slide

trouwen
ik
je/jij
hij/zij/het
wij
zij
jullie

Slide 11 - Slide

Wat is goed?
A
Ik trouw.
B
Ik trouwt.
C
Ik trouwen.

Slide 12 - Quiz

Wat is goed?
A
Jij trouw.
B
Jij trouwt.
C
Jij trouwen.

Slide 13 - Quiz

Wat is goed?
A
Hij trouw.
B
Hij trouwt.
C
Hij trouwen.

Slide 14 - Quiz

Wat is goed?
A
Wij trouw.
B
Wij trouwt.
C
Wij trouwen.

Slide 15 - Quiz

Wat is goed?
A
Jullie trouw.
B
Jullie trouwt.
C
Jullie trouwen.

Slide 16 - Quiz

voorstellen
Vertellen hoe iemand heet en wie hij of zij is.

Slide 17 - Slide

het huisnummer
Het nummer dat op een huis staat.
het huisnummer

Slide 18 - Slide

Wat is jouw huisnummer?

Slide 19 - Open question

de kinderen
Een mens die nog niet volwassen is.
de kinderen

Slide 20 - Slide

Hoeveel kinderen heeft jouw moeder?

Slide 21 - Open question

de naam
Het woord of de woorden waarmee je zegt hoe iets of iemand heet.
de naam

Slide 22 - Slide

Wat is jouw achternaam?

Slide 23 - Open question

de plaats
Een stad of een dorp.
de plaats

Slide 24 - Slide

Wat is jouw woonplaats?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Je ben naar Nederland gekomen.
Wat was de eerste plaats waar je sliep?

Slide 27 - Open question

de nationaliteit
Het volk en het land waartoe je officieel hoort.
de nationaliteit

Slide 28 - Slide

Wat is jouw nationaliteit?

Slide 29 - Open question

wonen
Een vaste woning hebben.
wonen

Slide 30 - Slide

wonen
ik
woon
je/jij
woont
hij/zij/het
woont
wij
wonen
zij
wonen
jullie
wonen

Slide 31 - Slide

Wat is goed?
A
Wij woon.
B
Jij woon.
C
Ik woon.
D
Zij woon.

Slide 32 - Quiz

Wat is goed?
A
Wij wonen.
B
Jij woon.
C
Ik woon.
D
Jullie wonen.

Slide 33 - Quiz

Wat is goed?
A
Wij woont
B
Jij woont.
C
Ik woont
D
Zij woont.

Slide 34 - Quiz

werkwoord: 
wonen

Slide 35 - Slide

de postcode
Een code van vier cijfers en twee letters. Hoort bij het adres.

Slide 36 - Slide

Wat is jouw postcode?

Slide 37 - Open question

de straat
Een weg van stenen tussen huizen.

Slide 38 - Slide

de stad
Een grote plaats waar mensen wonen.

Slide 39 - Slide

het telefoonnummer
De cijfers die je indrukt op een telefoon om iemand op te bellen.

Slide 40 - Slide

de voornaam
De naam die voor je achternaam komt.

Slide 41 - Slide

de woonplaats
de plaats waar je woont

Slide 42 - Slide

trouwen
ik
je/jij
hij/zij/het
wij
zij
jullie

Slide 43 - Slide

wonen
ik
je/jij
hij/zij/het
wij
zij
jullie

Slide 44 - Slide

Wat is jouw voornaam?

Slide 45 - Open question

Wat is jouw achternaam?

Slide 46 - Open question

Wat is een postcode?
A
Vermeerstraat 52
B
06-24568298
C
2562
D
2562VM

Slide 47 - Quiz

Wat is een adres?
A
Vermeerstraat 52
B
06-24568298
C
2562
D
2562VM

Slide 48 - Quiz

Wat is jouw adres?

Slide 49 - Open question

Wat is een telefoonnummer?
A
Vermeerstraat 52
B
06-24568298
C
2562
D
2562VM

Slide 50 - Quiz

Wat is een geboortedatum
A
16 jaar
B
2009
C
18 november 2011
D
18-11-2011

Slide 51 - Quiz

Wat is jouw geboortedatum

Slide 52 - Open question

Welke sport doe jij?
Op welke dag?

Slide 53 - Open question

Wat hebben we geleerd?

Slide 54 - Mind map