1.3 Vergelijk jij wat je koopt?

1.3 Vergelijk jij wat je koopt?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.3 Vergelijk jij wat je koopt?

Slide 1 - Slide

Als de verkoper je probeert iets te verkopen, dan noem je dat?
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 2 - Quiz

Een winkelier richt de etalage opnieuw in. Onder welke P valt dit?
A
Product
B
Prijs
C
Personeel
D
Presentatie

Slide 3 - Quiz

Welke soort reclame
zie je hiernaast?
A
commerciële reclame
B
merkreclame
C
ideële reclame
D
informatieve reclame

Slide 4 - Quiz

Consumentenorganisaties
  • Eerlijke en onpartijdige informatie geven 
  • Komen op voor de belangen v/d consument
  • Informatie over rechten en plichten
  • Actie voeren bij fabrikanten of de overheid

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Vergelijkend warenonderzoek
  • Consumentenorganisaties 
  • Bijvoorbeeld: ANWB & Vereniging Eigen Huis 
  • Onderzoek naar prijs en kwaliteit van producten

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Keurmerk 

Slide 10 - Slide

Keurmerken
Keurmerk = logo op product waarmee fabrikant laat zien dat product aan bepaalde eisen voldoet



Voorbeeld:
milieukeurmerken
keurmerken voor dierenwelzijn
keurmerken voor betere arbeidsomstandigheden


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Consumer Power
De invloed die je als groep consumenten hebt op producenten door gezamenlijk op te treden
  • Dit noem je consumer power! 

Slide 13 - Slide

Prijsverschil in procenten
Stappenplan (pagina 21 opdracht 11 &12)
  • 1. Reken het prijsverschil in euro's uit 
  • 2a. Deel door de prijs waar je mee vergelijk
  • 2b. Let op het woordje dan
  • 3. Vermenigvuldig je dit  met 100 en zet er % achter

Slide 14 - Slide

Voorbeeld 
Een shirt van Puma is €30 bij de Footlocker, datzelfde shirt kost bij de Perry sport €40. 

Hoeveel procent is de Footlocker goedkoper dan de Perry sport? 

Prijsverschil : prijs waarmee je vergelijkt X 100 %

Slide 15 - Slide

Stappenplan 
  • 1. Prijsverschil in € => €40-€30 = €10
  • 2. Deel waarmee je het vergelijkt (Let op DAN). 
  •   €10/€40 = 0,25
  • 3. Vermenigvuldig met 100 en zet er % achter: 
  • 0,25 * 100 = 25%

Slide 16 - Slide

Bereken op één decimaal hoeveel % het horloge voor Mike goedkoper is via internet dan bij Sportzaak Run Away. Houd er rekening mee dat Mike lid is van een atletiekvereniging.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Bereken hoeveel % de 'Beste uit de test' duurder is dan de 'Beste koop'.

Slide 19 - Open question

Huiswerk 1.3
Opdracht 1 t/m 12
Ga aan de slag in stilte en werk voor jezelf!!

Slide 20 - Slide