9: 1 a Bij G was het liefde op het eerste gezicht. N bekeek haar beste vriend pas na een tijd met andere ogen en werd toen verliefd.
b D
2 La fréquence de votre rythme cardiaque passe de 80 à 120 pulsations par minute. // Le corps entier est comme sous l’effet d’une drogue.
3 sens = zintuigen
4 B
5 a faux : on ne voit pas la réaction de celui ou celle qu’on aime, dommage
b vrai : avoir des attentions pour l’autre
c vrai : faire de son mieux pour être souvent près de lui ou d’elle
6 Als je liefdesverdriet hebt, zit je in dezelfde situatie als een verslaafde die onthoudingsverschijnselen heeft. Chocolade bevat een stof die dat tekort compenseert.
7 C, D,,,/ 8 a dit gevoel / b dit orgaan / c degene / d dat/ 9 C
10 A, B, C D = fout: Ze wil niet naar Raphaël, want ze is niet meer verliefd op hem. Ze houdt van Antoine.
11 a Cher monsieur, te formeel
b Je vous remercie de m’inviter te formeel
c Je refuse. niet beleefd
d Cordialement te formeel