Disk Thema 18 - Toekomst - Intro

Thema 18 - Toekomst
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Thema 18 - Toekomst

Slide 1 - Slide

Start van de les
Op jouw tafel ligt:
- witbordje, stift en doekje
- je map
- je iPad
- je agenda
- je pen, potlood en gum

Slide 2 - Slide

Disk Thema 18 - Toekomst

Slide 3 - Slide

Lesdoel
  • Na deze les kun je uitleggen wat toekomst is en wat het   betekent. 
  • Na deze les begrijp jij 10 woorden en de betekenis daarvan uit het thema 18 toekomst.

Slide 4 - Slide

Waar denk jij aan bij
toekomst?

Slide 5 - Mind map

Waar woon jij over 5 jaar?

Slide 6 - Open question

Pak je woordenboek
Zoek het woord TOEKOMST op en schrijf de betekenis in je map, het liefst in eigenwoorden zodat jij het begrijpt.

Slide 7 - Slide

Wat is er leuk aan toekomst?

Slide 8 - Open question

Zijn er ook nadelen aan toekomst?

Slide 9 - Open question

SAMEN
We kijken het filmpje aan het begin van het thema

Slide 10 - Slide

Zoek een plaatje wat past bij wat jij in de toekomst graag wilt bereiken.

Slide 11 - Open question

Pak je map.
Jij gaat de 10 nieuwe woorden opschrijven in je map. 
Kijk goed hoe je het moet schrijven, zodat je het zonder fouten in je map schrijft. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Noem iets uit het aanbod van de supermarkt.

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Slide

Wat wil jij later worden?

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Alle mensen die in een flat wonen, noem je de bewoners.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Schrijf de ik-vorm van afspreken

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Noem iets wat je kunt combineren.

Slide 27 - Mind map

Als ik thuis kom, zeg ik mijn huisgenoten gedag en daarna ga ik....

Slide 28 - Mind map

Als iets definitief is...
A
dan kun je het nog veranderen.
B
dan kun je het niet meer veranderen.
C
dan wil je het graag veranderen.
D
dan wil iemand iets weten.

Slide 29 - Quiz

HUISWERK
- Je hebt nu 10 woorden in je map staan.
- Zet de betekenis bij alle 10 de woorden die je opgeschreven hebt.
- Maak een zin met elk woord. 

Dit is huiswerk voor woensdag 9  februari. 

Slide 30 - Slide