Profielvak tekenen les 3

1 / 37
next
Slide 1: Slide
Kunstzinnige oriëntatieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke antwoorden zijn chronoligisch correct?
A
middeleeuwen, renaissance, barok
B
Barok, Renaissance, Classicisme
C
Barok, Rococo, Classicisme
D
Rococo, Barok, Renaissance

Slide 11 - Quiz

Wanneer was de renaissance?
A
1200-1400
B
1400-1600
C
1600-1800
D
1800-2000

Slide 12 - Quiz

welke woorden passen bij Renaissance?
A
contrast, druk, wetenschap
B
wetenschap, harmonie, vernieuwing
C
vernieuwing, contrast, reformatie
D
a-ssymetrie, zuiver, theatraal

Slide 13 - Quiz

Welke 3 woorden horen bij Renaissance? Plaats ze alfabetisch, zonder hoofdletters, met komma er tussen.

Slide 14 - Open question

Op welke periode was Renaissance een reactie?
A
barok
B
middeleeuwen
C
rococo
D
classicisme

Slide 15 - Quiz

Na welke periode kwam de Barok?
A
Renaissance
B
Rococo
C
Middeleeuwen
D
Classicisme

Slide 16 - Quiz

Wat past niet bij Barok
A
Wetenschap
B
theatraal
C
contrast
D
reformatie

Slide 17 - Quiz

welke stroming borduurde verder op barok?
A
Rococo
B
Classicisme
C
Renaissance

Slide 18 - Quiz

Wat was belangrijk voor de stroming Neo-Classicisme? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
religie
B
opgraving Pompeii
C
Klassieke Oudheid
D
Reformatie

Slide 19 - Quiz

Bij welke stroming hoort
Anatomie
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
C
Barok
D
Neoclassisme

Slide 20 - Quiz

Bij welke stroming hoort
religie
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
C
Barok
D
Neoclassisme

Slide 21 - Quiz

Bij welke stroming hoort
Pompei
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
C
Barok
D
Neoclassisme

Slide 22 - Quiz

Bij welke stroming hoort
theatraal
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
C
Barok
D
Neoclassisme

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Objectief, waarneming 

de houding is actief 
er zijn veel mensen 
de afbeelding is symmetrisch 
subjectief, interpretatie 

Hij heeft haast
het is gezellig  
iedereen voelt zich kalm 

Slide 25 - Slide

Voorstellingsaspect 
(wat wordt er voorgesteld? Wat wordt er afgebeeld? 

mensen in feestelijke kleding 
een grote ruimte 
muziekinstrumenten 
Beeldaspect 
Hoe wordt het afgebeeld? Hoe is het geschilderd? 

veel contrast in kleuren
lichte achtergrond 
a-symmetrisch 
ruige verfstroken (toetsen)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat zie je? (voorstelling)

Slide 28 - Mind map

Wat zie je? (beeldaspect)

Slide 29 - Mind map

Slide 30 - Slide

Dit schilderij hoort bij
A
middeleeuwen
B
Rococo
C
Renaissance
D
Classicisme

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Dit schilderij hoort bij
A
middeleeuwen
B
Renaissance
C
Barok
D
Classicisme

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Dit schilderij hoort bij
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
C
Barok
D
Classisicme

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Dit schilderij hoort bij
A
middeleeuwen
B
Renaissance
C
Barok
D
Rococo

Slide 37 - Quiz