Les 44 08-03

Les 44
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 44

Slide 1 - Slide

Le programme
Presentie
Verbe: connaître
- wat is het?
- vormen
Au travail!
Devoirs

Slide 2 - Slide

Connaître -Kennen
Connaître is een onregelmatig werkwoord.

Het betekent 'kennen'. 

Laten we eens kijken naar de verschillende tijden:

Slide 3 - Slide

Connaître -présent
Je connais
Tu connais
Il/elle/on connaît
Nous connaissons
Vous connaissez
Ils/elles connaissent

Slide 4 - Slide

Connaître -Passé Composé
J'ai connu
Tu as connu
Il/elle/on a connu
Nous avons connu
Vous avez connu
Ils/elles ont connu
Hoe maak je de Passé Composé:
- Juiste vorm van 'avoir' 
- Voltooid deelwoord maken: 'connu'
- Zet achter elkaar:
  pers. + vorm 'avoir' + voltooid deelwoord

Slide 5 - Slide

Connaître -imparfait
Je connaissais
Tu connaissais
Il/elle/on connaissait
Nous connaissions
Vous connaissiez
Ils/elles connaissaient
Hoe maak je de Imparfait:
- nous-vorm présent >
  connaissons
- connaissons  - ons = connaiss
- uitgangen van de Imparfait:
   -ais       -iez
   -ais       -aient
   -ait
   -ions

Slide 6 - Slide

Connaître -Futur Simple
Je connaîtrai
Tu connaîtras
Il/elle/on connaîtra
Nous connaîtrons
Vous connaîtrez
Ils/elles connaîtront
Hoe maak je de Futur Simple:
- hele werkwoord pakken 'connaître'
- ww op -re dus 'e' vervalt! 'connaîtr'
- uitgangen achter plakken:
  -ai
  -as
  -a
  -ons
  -ez
  -ont

Slide 7 - Slide

Let op!
Het dakje op de î bij: 
- il/elle/on connaît présent
- ALLE vormen van de futur simple



Slide 8 - Slide

Kahoot!

Slide 9 - Slide

Au travail!
Faire ex. 26c, d et e (connaître)

Oefen op verbuga.eu wanneer je klaar bent met 'connaître'

Slide 10 - Slide

Devoirs 

apprendre connaître
Faire ex. 26c, d et e

Slide 11 - Slide