KWT - verdiepen

Verdiepen M&M
1 / 43
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verdiepen M&M

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De 10 tijdvakken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zou je graag willen doen bij verdiepen?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Welk tijdvak hoort bij dit
plaatje?
A
Tijd van Grieken en Romeinen
B
Tijd van Jagers en Boeren
C
Tijd van Monniken en ridders
D
Tijd van pruiken en revoluties

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je van het tijdvak jagers-boeren

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Wie waren de jager-verzamelaars?
A
Mensen die leven van jacht op dieren en het verzamelen van planten, vruchten en noten
B
Mensen die leven van akkerbouw en veeteelt.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Jagers en verzamelaars
timer
0:20
A
waren nomadisch
B
bleven op een plek

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Tot wanneer duurde het tijdvak van de jagers en boeren?
A
tot 1000 jaar v. Ch
B
tot 2000 jaar v.ch
C
tot 3000 jaar v.Ch
D
tot 4000 jaar v.ch

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Boer of jager-
verzamelaar?
A
Boer
B
Jagers-verzamelaar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

In welke tijd leefden de jagers/boeren?
A
Oudheid
B
IJstijd
C
Archeologen
D
Prehistorie

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Jagers en 
verzamelaars
Boeren

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Waarom weten wij meer over de Grieken & Romeinen dan de jagers & boeren?
A
Zij deden meer op een dag
B
We vinden de Grieken & Romeinen leuker
C
De jagers & boeren hadden geen schrift, de grieken&romeinen wel

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Jagers werden boeren.
Wat was de grootste verandering voor de jagers die boeren werden.
A
Ze joegen nooit meer op wilde dieren
B
Ze verzamelde eten in de natuur
C
Ze gingen op een vaste plek wonen
D
Ze hielpen elkaar om eten te krijgen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je van het tijdvak Grieken en Romeinen?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

In de tijd van de Romeinen liep er een grens tussen het Romeinse deel en het Niet-Romeinse deel. Hoe heette deze grens?
A
Limes
B
Lames
C
Lumes
D
Lomes

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN uitvinding van de Romeinen?
A
Dakpannen
B
Riolering
C
Beton
D
Landbouw

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Door welke Romeinse keizer werd het Christendom verspreid in het Romeinse rijk?
A
Caesar
B
Karel
C
Constantijn
D
Augustus

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waren de Romeinen blij met Jezus?
A
nee
B
ja

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je van het tijdvak
Monniken en ridders

Slide 19 - Mind map

De witte tekening is: een helm van een ridder uit cv 1000
Op de achtergrond zie je: zuilen of pilaren in een klooster of kerk)
Wanneer was de tijd van monniken en ridders?
A
1000-1500
B
1-500
C
400-800
D
500-1000

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wie was Karel de Grote?
A
Koning van de Romeinen
B
Paus in de Middeleeuwen
C
Koning en keizer van het heilige Roomse Rijk
D
Een beroemde schrijver

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waarom was Karel de Grote
belangrijk voor het Christendom?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

geestelijken 
(priester, monnik)

(horige) boeren en stedelingen
 

koning/keizer 
 

adel 
(baron, graaf, ridder)

 

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

In de tijd van monniken en ridders waren de boeren vrij.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Monniken
Ridders
Boeren

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Edelen
Geestelijken
Ridders
Priesters
Kasteel
Klooster
Graaf
Monnik
Nonnen
Karel de Grote

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Wat weet je van het
tijdvak steden en staten?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Waar ontstonden veel steden in de Middeleeuwen?
A
Bij kruispunten van wegen en rivieren
B
Bij grote open plekken
C
In de buurt van andere landen
D
Vlakbij bossen

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn ambachtslieden?
A
Liedjes die vroeger werden geschreven.
B
Een beroep waarbij je iets met je handen maakt.
C
Andere naam voor dokters.
D
Arme mensen.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de vijf plaatjes. Op welke plaatjes zie je ambachten. Er zijn 3 ambachten. 
Ambacht
Geen ambacht

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

De burgers van middeleeuwse steden werden machtiger
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Ridders en monniken 
Jagers en boeren  
Grieken en Romeinen  
Steden en staten   

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Wat weet je van het
tijdvak ontdekkers en hervormers

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

Wie is de ontdekker van Amerika?
A
Christoffel Columbus
B
Amerigo Vespucci
C
De vikingen
D
Vasco da Gama

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor stierven veel indianen?
A
Geweld en honger
B
Europese ziektes
C
Geweld en ze werden verdreven
D
Hele koude winter

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je van
regenten en vorsten?

Slide 36 - Mind map

This item has no instructions

Niet indiaanse slaven, maar Afrikaanse slaven werkten op grote landbouwbedrijven van de veroveraars. Waarom werden er helemaal uit Afrika slaven gehaald?
A
De indianen waren erg lui
B
De indianen weigerden te werken voor de veroveraars
C
De indianen konden het werk lichamelijk niet aan

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Ontsnapte slaven noem je:
A
Weglopers
B
Ex-slaven
C
Marrons
D
Macarons

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

WIC
VOC
VOC
VOC
WIC
WIC

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

De volgorde van de driehoekshandel is...
A
Afrika - Amerika - Europa
B
Europa -Afrika - Amerika - Europa
C
Amerika - Afrika - Europa - Amerika
D
Europa - Afrika - Europa -Amerika

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Zet in de goede volgorde
Slaven werden gevangen in Afrika
De slaven liepen naar fort Elmina
De slaven gingen per schip naar het eiland Curacao
De slaven werden doorverkocht aan de kolonies

Slide 41 - Drag question

This item has no instructions

1602
1621
Specerijen
Plantagegewassen
Peper
Koffie
Nootmuskaat
Suikerriet
Suriname
Indonesië
Fort El Mina
Driehoekshandel

Slide 42 - Drag question

This item has no instructions

Zet de tekstblokjes op de juiste plek in dekaart
Driehoekshandel
Afgewerkte producten
Tot slaaf gemaakten
Ruwe grondstoffen

Slide 43 - Drag question

This item has no instructions