Samuel Beckett - Wachten op Godot (1952)
Twee mannen staan bij een kale boom te wachten op iemand die waarschijnlijk zal komen. De mannen lijken zwervers, clowns, filoofen, die op de rand van de wereld staan, en daar groots en potsierlijk op blijven balanceren. Iedere uitgesproken gedachte, elke kleine handeling is een daad, een grap, een provocatie, een poging waarmee de tijd verstrijkt. In onwetendheid blijven deze mannen toch wachten - samen.