Voorbeelden samengestelde zinnen
Zinnen kunnen met elkaar verbonden worden door voegwoorden, zoals: dat, als, daardoor, hoewel, indien, nadat, omdat, terwijl, toen, wanneer, zodat, zodra, of, wat.
- Ze gaat met me mee, als ik haar ticket betaal.
- Ik vind hem heel slim, hoewel hij af en toe wel slordig is.
Maak van de zinnen 1 zin met een voegwoord.
Mijn moeder helpt mij met Nederlands. Ik vind dat moeilijk