werkwoordspelling, vt -de/den

Wat hebben we de vorige keer geleerd over werkwoordspelling?
1 / 16
next
Slide 1: Mind map
NederlandsBasisschoolGroep 7

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat hebben we de vorige keer geleerd over werkwoordspelling?

Slide 1 - Mind map

De stam van een werkwoord
het hele werkwoord -en

Slide 2 - Slide

'T eXKoFSCHiP
- als de laatste letter van de stam wel in 't exkofschip zit, dan krijg je in de verledentijd +te/ten

- zit de laatste letter van de stam niet in 't exkofschip, dan krijg je in de verledentijd +de/den

Slide 3 - Slide

Wat is de stam van Schudden?

Slide 4 - Open question

Vul in schudden.
Ik ..... zijn hand gisteren
A
schudde
B
schudden
C
schudte
D
schudten

Slide 5 - Quiz

Wat is de stam van Antwoorden?

Slide 6 - Open question

vul in antwoorden.
Hij ..... gisteren pas heel laat.
A
antwoordte
B
antwoordde
C
anwoorde
D
antwoordten

Slide 7 - Quiz

Wat is de stam van Voeden?

Slide 8 - Open question

vul in voeden.
Wij ..... gisteren de paarden.
A
voedte
B
voedten
C
voedden
D
voedde

Slide 9 - Quiz

Wat is de stam van Landen?

Slide 10 - Open question

vul in bloeden.
De wonden ..... heel erg
A
bloedde
B
bloedt
C
bloedden
D
bloedte

Slide 11 - Quiz

Wat is de stam van Landen?

Slide 12 - Open question

vul in antwoorden.
Het vliegtuig ..... gisteren pas heel laat.
A
landt
B
landden
C
landten
D
landde

Slide 13 - Quiz

Schrijf het woord wat juf voorleest

Slide 14 - Open question

Schrijf het woord wat juf voorleest

Slide 15 - Open question

Schrijf het woord wat juf voorleest

Slide 16 - Open question