H4.4/4.5 - Les 5: De Randstad/Strijd om de ruimte

1 / 38
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

4 MAVO
Hoofdstuk 4
Bevolking en ruimte
Paragraaf 4
Randstad
---

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
  • Herhaling van belangrijke begrippen uit H4.3
  • Paragraaf 4.4 De Randstad

Slide 3 - Slide

Regels in de les
  • Er is maximaal één iemand aan het woord.
  • Je steekt altijd je vinger op als je iets wilt zeggen.
  • We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.
  • Telefoons staan op stil en zitten in je tas of broekzak.
  • Zorg dat je al je spullen bij je hebt: Schrift, werkboek & lesboek.

Slide 4 - Slide

Lesdoelen van vorige les
  1. Je kunt aangeven wanneer urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie in Nederland plaatsvond.
  2. Je kunt uitleggen waarom urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie  plaatsvond.
  3. Je kunt de gevolgen van urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie voor stad en platteland benoemen.
  4. Je kunt de volgende begrippen in je eigen woorden uitleggen: mobiliteit, agglomeratie, stedelijke zone.

Slide 5 - Slide

Lesdoelen van vandaag
  1. Je herkent de 4 onderdelen van het concentrisch groeimodel op foto.
  2. Je kan het verschil tussen het concentrisch- en meerkernen groeimodel beschrijven.
  3. Je kunt uitleggen waarom de bereikbaarheid in de Randstad vaak slecht is. Gebruik de begrippen forensisme en congestie.
  4. Je kan voor de dimensies milieu, economie en sociaal uitleggen welke gevolgen de uitbreiding van Schiphol heeft.
  5. Je kunt in eigen woorden de volgende begrippen uitleggen: Ruimtelijke ordening, bestemmingsplan

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

CONCENTRISCH GROEIMODEL
De groei vanuit het centrum.
--
Hoe verder van het centrum, hoe ruimer de wijk is opgezet.
--
Je kunt deze wijken herkennen op een foto.

Slide 8 - Slide

Zet deze foto's in goede volgorde
A                                                 B



C                                                 D

Slide 9 - Slide

Antwoord
1 - D
2 - B
3 - A
4 - C 

Slide 10 - Slide

Je herkent de 4 onderdelen van het concentrisch groeimodel op foto's.

Slide 11 - Slide

MEERKERNEN GROEIMODEL
De groei van een stedelijk gebied vanuit meerdere steden.
--
Je kan het verschil tussen het concentrisch- en meerkernen groeimodel beschrijven.

Slide 12 - Slide

Je kunt uitleggen waarom de bereikbaarheid in de Randstad vaak slecht is. Gebruik de begrippen forensisme en congestie.

Congestie = file
Forensisme = Mensen die ergens anders wonen dan werken en dus heen en weer moeten reizen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Zelfstandig werken
  • Lees de tekst op pagina 58/59 in je tekstboek.
  • Maak de opgaven 4.4: 1, 2, 4, 5 en 9

Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je mag samenwerken
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.

Slide 15 - Slide

H4.5: Strijd om ruimte

  1. Je kan voor de dimensies milieu, economie en sociaal uitleggen welke gevolgen de uitbreiding van Schiphol heeft.
  2. Je kunt in eigen woorden de volgende begrippen uitleggen: Ruimtelijke ordening, bestemmingsplan.

Slide 16 - Slide

Ruimtelijke ordening / Bestemmingsplan

Lees bron 1 op pagina 60 in je tekstboek.

  • Je kunt in eigen woorden de volgende begrippen uitleggen: Ruimtelijke ordening, bestemmingsplan.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Oplossingen geluidsoverlast:
  • geen woningen waar veel lawaai is bouwen
  • Vliegroutes zo min mogelijk boven woonwijken.
  • Geen vliegtuigen die veel lawaai maken.
  • Toekomst: stillere vliegtuigen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Schiphol banenmotor
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat Schiphol de banenmotor blijft?:
  • Ruimte voor groei bijvoorbeeld voor een nieuw bedrijventerrein.
  • Infrastructuur aanleggen zodat bereikbaarheid goed is.

Slide 21 - Slide

Gebruik vaardigheid 10 op bladzijde 138 van je lesboek. Noem bij elke zin de juiste dimensie.

  1. De uitbreiding van Schiphol zorgt voor veel extra banen.
  2. De uitbreiding van Schiphol zorgt ervoor dat omwonenden meer last zullen hebben van geluidsoverlast.
  3. De uitbreiding van Schiphol zorgt voor meer CO2 uitstoot, wat bijdraagt aan klimaatverandering.

Slide 22 - Slide

ANTWOORD

  1. De uitbreiding van Schiphol zorgt voor veel extra banen.
  2. De uitbreiding van Schiphol zorgt ervoor dat omwonenden meer last zullen hebben van geluidsoverlast.
  3. De uitbreiding van Schiphol zorgt voor meer CO2 uitstoot, wat bijdraagt aan klimaatverandering.

ANTWOORD

1.  Economie

2. Sociaal



3. Milieu

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

PAK JE TELEFOON
Ga naar lessonup.app en vul de volgende code in;

Slide 25 - Slide

Wat is GEEN oorzaak van vergrijzing
A
Babyboomgeneratie wordt 65+
B
Mensen krijgen minder kinderen
C
Toename van ziektekosten
D
Levensverwachting neemt toe

Slide 26 - Quiz

Welke van deze voorzieningen heeft de grootste reikwijdte?
A
Bioscoop
B
Bijenkorf
C
Efteling
D
Jumbo Supermarkt

Slide 27 - Quiz

Welke van deze voorzieningen heeft de laagste drempelwaarde?
A
Bijenkorf
B
Luchthaven Schiphol
C
Warme bakker
D
Museon Den Haag

Slide 28 - Quiz


Welk begrip past bij deze afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Stedelijke zone
C
Re-urbanisatie
D
Agglomeratie

Slide 29 - Quiz


Welk begrip past bij deze afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-Urbanisatie

Slide 30 - Quiz


Welke begrip past bij deze afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Stedelijke zone
C
Re-urbanisatie
D
Agglomeratie

Slide 31 - Quiz


Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie

Slide 32 - Quiz


Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie

Slide 33 - Quiz

TIJDLIJN
1870 - 1960   |   1960 - 1980   |   1980 tot heden

Urbanisatie | suburbanisatie | re-urbanisatie

Slide 34 - Slide

DOE JE TELEFOON WEER IN JE TAS/ZAK OP STIL/UIT

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

+Alles af van H4
  • Lees de tekst op pagina 60/61 in je tekstboek.
  • Maak 1 t/m 5 paragraaf 4.5
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je mag samenwerken
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.
  • GEEN TELEFOONS.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide