De lidwoorden in het Frans

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Bonjour!

Leerdoel

Je kent het lidwoord in het Frans

Het lidwoord

Lidwoorden

In het Nederlands hebben we 2 soorten lidwoorden:

Bepaalde lidwoorden: de en het

Onbepaald lidwoord: een

De lidwoorden de en het

Voorbeeld:

de hond

het meisje

In het Frans

Mannelijke zelfstandig naamwoorden (m) - le

le garçon - de jongen

Vrouwelijk zelfstandig naamwoorden (v) - la

la fille - het meisje

Zelfstandig naamwoorden met een klinker - l' 

l' ami - de vriend

... camping (m) est cool
Wat is het juiste antwoord?

1. la camping
2. le camping
3. l'camping
4. les campings

C'est ..... livre (m) de Jules
Wat is het juiste antwoord?

1. le livre
2. la livre
3. l'livre
4. les livres

Anna est ... copine (v) de Sarah
Wat is het juiste antwoord?

1. la copine
2. le copine
3. l'copine
4. les copines

C'est ... école (v) de Luc
Wat is het juiste antwoord?

1. le école
2. la école
3. les écoles
4. l'école

... fille (v) s'appelle Maria
Wat is het juiste antwoord?

1. le fille
2. la fille
3. l'fille
4. les filles

Zet in het meervoud

Voorbeeld:

de hond              de honden

het meisje            de meisjes

In het Frans

le chien - les chiens

le garçon - les garçons

la fille - les filles

l' école - les écoles

l' ami - les amis

la famille - les familles

Zet in het meervoud:
le copain

Zet in het meervoud:
la semaine

Zet in het meervoud:
l'oncle

Zet in het meervoud:
la plage

Zet in het meervoud:
le chien

Het lidwoord een

Voorbeeld:

een jongen

een konijn

In het Frans

Mannelijke zelfstandig naamwoorden (m) - un

un garçon - een jongen

Vrouwelijk zelfstandig naamwoorden (v) - la

ene fille - een meisje

Marc est ... garçon (m)
Wat is het juiste antwoord?

1. un garçon
2. une garçon

Sophie est ... copine (v) de Manon
(Kies uit UN en UNE)

Le chien s'appelle Max.
C'est ... chien génial!
Wat is het juiste antwoord?

1. une chien
2. un chien
3. les chiens
4. l'chien

Le chat de Luc s'appelle Lola.
C'est ... chat adorable!
Wat is het juiste antwoord?

J'aime la plage. C'est ... plage géniale!
Wat is het juiste antwoord?

1. les plages
2. une plage
3. la plage
4. un plage