This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
voorbereiding proefwerk verbranding en ademhaling
Slide 1 - Slide
welke vorm van energie komt er vrij bij een brandende kaars?
A
warmte
B
licht
C
beweging
Slide 2 - Quiz
wat is een belangrijke brandstof voor je lichaam?
A
water
B
glucose
C
koolstofdioxide
D
zuurstof
Slide 3 - Quiz
waarvoor wordt de energie die bij verbranding onstaat gebruikt?
A
warm blijven
B
bewegen
C
warm blijven en bewegen
D
geen van de andere antwoorden
Slide 4 - Quiz
Is voor verbranding koolstofdioxide nodig?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Is verbranding mogelijk zonder zuurstof?
A
nee
B
ja
Slide 6 - Quiz
Kun je koolstofdioxide aantonen met helder kraanwater?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
Adem je meer zuurstof uit dan je inademt?
A
nee
B
ja
Slide 8 - Quiz
Ontstaan de wolkjes als Laura inademt?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
Bevat de lucht die Laura uitademt meer koolstofdioxide dan de lucht die Laura inademt?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quiz
Wanneer kan er veel koolstofdioxide in een vol klaslokaal komen?
A
Als er te weinig geventileerd wordt.
B
Als er veel fijnstof in de lucht zit.
C
Als het buiten warm is.
Slide 11 - Quiz
Welke stof is een indicator voor koolstofdioxide?
A
helder kalkwater
B
gekookt water
C
zuurstof
Slide 12 - Quiz
Een meisje ademt uit tegen een ruit, hierbij beslaat de ruit. Waardoor beslaat de ruit?
A
Doordat uitgeademde lucht viezer is.
B
Door koolstofdioxide in de uitgeademde lucht.
C
Door waterdamp in de uitgeademde lucht.
Slide 13 - Quiz
Laura loopt op een mooie winterdag in het bos. Er ontstaan steeds wolkjes rond haar mond. Dat zie je in afbeelding 1. Hierover gaat de volgende vraag
Slide 14 - Slide
In je lichaam vindt verbranding plaats. Dit is nodig om je lichaam goed te laten werken. Wanneer je je meer inspant, moet je lichaam harder werken.
Wat gebeurt er bij verbranding in je lichaam?
A
Er wordt brandstof gebruikt om beweging te krijgen.
B
Er wordt warmte gebruikt om energie te krijgen.
C
Er wordt energie gebruikt om brandstoffen te krijgen
Slide 15 - Quiz
In afbeelding 4 is een doorsnede van hoofd en hals schematisch getekend. Vier pijlen zijn genummerd. .
Slide 16 - Slide
Welke weg wordt door pijl 3 weergegeven?
A
De weg die lucht aflegt bij het inademen.
B
De weg die het voedsel aflegt bij het slikken
C
De weg die het voedsel aflegt bij het verslikken
Slide 17 - Quiz
welke van de volgende organen gaan harder werken als je gaat rennen?
A
longen en beenspieren
B
longen en hart
C
alleen de beenspieren
D
longen, hart en beenspieren
Slide 18 - Quiz
Sleep de woorden naar de juiste plaats in de formule van verbranding in het menselijke lichaam
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water
Slide 19 - Drag question
Enkele delen van het ademhalingsstelsel zijn de bronchiën, de longblaasjes en de luchtpijp. In welke volgorde stroomt de lucht door deze delen naar binnen als je diep inademt?
A
luchtpijp - longblaasjes - bronchiën
B
bronchiën - luchtpijp - longblaasjes
C
luchtpijp - bronchiën - longblaasjes
D
bronchiën - longblaasjes - luchtpijp
Slide 20 - Quiz
Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje
Slide 21 - Drag question
was is de taak van het neusslijmvlies?
A
warm maken van binnenstromende lucht
B
vochtig maken van binnenstromende lucht
C
stofdeeltjes tegenhouden
D
ruiken
Slide 22 - Quiz
was is de taak van de neusharen?
A
warm maken van binnenstromende lucht
B
vochtig maken van binnenstromende lucht
C
stofdeeltjes tegenhouden
D
ruiken
Slide 23 - Quiz
welk onderdeel in de neus houdt ziekteverwekkers tegen?
A
reukzintuig
B
neusharen
C
neusslijmvlies
Slide 24 - Quiz
welk onderdeel in de keelholte sluit de neusholte af als je slikt?
A
huig
B
strotklepje
C
tong
D
bronchie
Slide 25 - Quiz
welk onderdeel in de keelholte sluit de luchtpijp af als je slikt?
Slide 26 - Open question
keelholte
luchtpijp
neusholte
strottenhoofd
daar stroomt lucht vanuit de neusholte naartoe
dat wordt door de huig afgeloten tijdens het slikken
dat wordt door het strotklepje afgesloten tijdens het slikken
Dit zit aan het begin van de luchtpijp
Slide 27 - Drag question
hoe heten de kleine bloedvaten in de longen die door hun wand zuurstof en koolstofdioxode kunnen afgeven?
A
Longslagaders
B
Longaders
C
Longhaarvaten
Slide 28 - Quiz
Op welke plek geeft het bloed koolstofdioxide af aan de lucht?
A
bronchiën
B
luchtpijp
C
longblaasjes
Slide 29 - Quiz
Welke stof komt in het bloed bij het inademen?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
stikstof
D
water
Slide 30 - Quiz
Door welke stof in sigaretten worden de longen van rokers zwart?
A
tabak
B
nicotine
C
smog
D
teer
Slide 31 - Quiz
Waardoor moeten rokers vaker hoesten?
A
kriebelende trilharen
B
vastzittend slijm
C
vernauwde luchtwegen
D
bloedpropje in de longhaarvaten
Slide 32 - Quiz
groter
sterker
conditie
zuurstof
door sporten krijg je een betere...
tijdens sporten gebruik je veel...
door sporten worden je longen...
door sporten wordt je longinhoud...
Slide 33 - Drag question
Marieke heeft de hele dag op haar kamer online lessen gevolgd en heeft een beetje hoofdpijn gekregen. Haar moeder zegt dat ze haar kamer moet ventileren voordat ze gaat slapen. Wat is ventileren?