2M1 par 2.4 Verzekeren

Hoofdstuk 2
2.4 verzekeren
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
2.4 verzekeren

Slide 1 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 2 - Slide

Doelen van deze les
Na deze les kun je:
  • uitleggen waarom je een verzekering afsluit
  • uitleggen hoe een verzekering werkt en bij wie je die afsluit
  • met behulp van informatie de premie vaststellen
  • uitleggen wat het gevolg is als je een eigen risico hebt

Slide 3 - Slide

Even opwarmen
1. Maak de samenvattende vragen par 2.4.
   opdracht 27 t/m 35 

2. Maak opdracht 16-17-18 op blz. 65 (rekenen)

         Stilte werken
         Fluisteren
         
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 5 - Slide

Wat is geen reden om te lenen?
A
Lenen om een auto te kopen
B
Lenen om een tekort op te vangen
C
Lenen om een huis te kopen
D
Lenen uit voorzorg

Slide 6 - Quiz

Wat is niet van toepassing op de maandtermijn?
A
Spaarrente
B
Leenrente
C
Vast bedrag
D
Aflossing

Slide 7 - Quiz

Je leent € 2.000 en betaalt terug in maandelijkse termijnen van € 58. De looptijd van de lening is 3 jaar. Wat is het rentebedrag over deze 3 jaar?
A
€ 146
B
€ 88
C
€ 30
D
€ 58

Slide 8 - Quiz

De rente is € 15 per jaar. De lening is € 200. Hoeveel procent is de rente van de lening?
A
1,5%
B
15%
C
7,5%
D
13,3%

Slide 9 - Quiz

Verzekeren

Slide 10 - Mind map

Risico & Verzekeren
  • Risico = kans op schade & bedrag eventuele schade
  • Verzekering = schade wordt vergoed door de verzekeraar

Slide 11 - Slide

Soorten verzekeringen
Verplicht:
  • Zorgverzekering
  • WA-verzekering

Niet verplicht:
  • Reisverzekering
  • Inboedelverzekering
  • Fietsverzekering

Slide 12 - Slide

Een verzekering afsluiten
  • Verzekeraar = verzekeringsmaatschappij
  • Verzekerde = persoon die verzekering afsluit
  • Premie = bedrag dat je betaalt voor de verzekering
  • Polis = bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten
  • Polisvoorwaarden = alle rechten en plichten van de verzekeraar en de verzekerde

Slide 13 - Slide

Eigen risico
  • Eigen risico = je moet een deel van de schade zelf betalen
  • Premie is dan lager
  • De verzekeraar hoeft minder te betalen bij schade

Slide 14 - Slide

Heb ik het onthouden?

Slide 15 - Slide

Welke van de volgende verzekeringen is verplicht?
A
WA-verzekering
B
Fietsverzekering
C
Inboedelverzekering
D
Zorgverzekering

Slide 16 - Quiz

Waar vind je de rechten en plichten van de verzekeraar en de verzekerde?
A
Polisvoorwaarden
B
Polis
C
Premie
D
Risico

Slide 17 - Quiz

Wat is het gevolg van een eigen risico?
A
Hogere premie
B
Lagere premie
C
Meer polisvoorwaarden
D
Minder polisvoorwaarden

Slide 18 - Quiz

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 19 - Slide

Werk kwartier
2. Maak opdracht 16-17-18 op blz. 65 (rekenen)

3. Keuze opdrachten?
Lastig -> opdracht 44 t/m 56 op blz. 52 t/m 55
Makkelijk -> opdracht 22 t/m 27 op blz. 61

         Stilte werken
         Fluisteren
         
timer
15:00

Slide 20 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 23 - Slide

Werken
1. Maak de samenvattende vragen par 2.4.
   opdracht 27 t/m 35

2. Maak opdracht 16-17-18 op blz. 65 (rekenen)

3. Keuze opdrachten?
  • Lastig -> opdracht 44 t/m 56 op blz. 52 t/m 55
  • Makkelijk -> opdracht 22 t/m 27 op blz. 61

Slide 24 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 25 - Slide