Herhaling H4.

Scheikunde 3H.
Herhaling H4.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Scheikunde 3H.
Herhaling H4.

Slide 1 - Slide

Tijdens deze les herhaal je:
  1.  Wat een chemische reactie is.
  2. Waardoor een chemische reactie beïnvloed wordt.
  3. Reactievergelijkingen.
  4. Rekenen aan reacties.

Slide 2 - Slide

Wat is een chemische reactie?
Bij een chemische reactie reageren beginstoffen met elkaar. Hierbij ontstaan nieuwe reactieproducten (eindstoffen).

Slide 3 - Slide

Welk van de volgende antwoorden is geen chemische reactie?
A
Het rotten van een appel.
B
Het verbranden van hout.
C
Het oplossen van suiker in water.
D
Fotosynthese bij een plant.

Slide 4 - Quiz

Er zijn 5 factoren die de snelheid waarmee een reactie plaats vindt, beïnvloeden.

Slide 5 - Slide

Hoeveel van die 5 factoren weet je nog?

Slide 6 - Open question

In de scheikunde beschrijven we een chemische reactie in een reactievergelijking.

Hierin zet je de beginstoffen links van de pijl.
Daarna zet je de reactieproducten rechts van de pijl.

Slide 7 - Slide

Tom Laat in een reageerbuisje magnesium met zoutzuur (HCl) reageren. Er ontstaat magnesiumchloride (MgCl2) en een gas, namelijk waterstof. 

Stel de kloppende reactievergelijking op.

Slide 8 - Open question

Rekenen aan reacties.

Belangrijk bij het rekenen aan reacties is de wet van lavoisier:

De massa van je beginstoffen is gelijk aan die van je reactieproducten.

Slide 9 - Slide

Hieronder staat de reactievergelijking voor het maken van zout (NaCl) + de verhoudingen waarin de stoffen met elkaar reageren:

2Na (s)    +   Cl2 (g)    →    2NaCl (s)
46 u         :    70,8u       :      116,8 u
                                               1kg
Wanneer je 1kg zout wil maken kan je door kruislings te vermenigvuldigen berekenen hoeveel chloor en natrium hiervoor nodig is.

Slide 10 - Slide

Maak uit chemieoverall (blz. 128) opgave 5 a en b.

Slide 11 - Open question

Zelf oefening.
Maak uit de oefentoets (blz. 126): opgave 1 (e t/m i), 4 en 5.

Slide 12 - Slide