11.3 - De ogen

B3 De ogen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B3 De ogen

Slide 1 - Slide

Bouw van het oog
Wenkbrauwen: bescherming tegen zweet/vocht. 
Wimpers: bescherming tegen vuil en fel licht. 
Traanklier: maakt traanvocht 
Traanvochtzorgt ervoor dat je ogen niet uitdrogen
Ooglid: verspreidt traanvocht over de ogen
Traanbuis: brengen traanvocht naar de neusholte

Slide 2 - Slide

Bouw van het oog
Wenkbrauwen: bescherming tegen zweet/vocht. 
Wimpers: bescherming tegen vuil en fel licht. 
Traanklier: maakt traanvocht 
Traanvochtzorgt ervoor dat je ogen niet uitdrogen
Ooglid: verspreidt traanvocht over de ogen
Traanbuis: brengt traanvocht naar de neusholte
Harde oogvlies: witte gedeelte van je oog, stevig, dik vlies dat je oog beschermt

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

1: wenkbrauwen, oogleden, wimpers

2: traanklier

3: oogkassen

Slide 5 - Slide

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Video

Buitenkant van het oog
Harde oogvlies: het witte deel, buitenste laag, beschermt de binnenkant van het oog 
Hoornvlies: doorzichtig laagje, harde oogvlies gaat aan de voorkant over in het hoornvlies
Iris/ regenboogvlies: gekleurde deel van het oog
Pupil: zwarte rondje in de iris, hier komt het licht binnen, beschermt het oog tegen te veel licht

Slide 8 - Slide

Binnenkant van het oog
Glasachtig lichaam: het oog is gevuld met geleiachtige vloeistof, houdt het netvlies op zijn plek
Oogzenuw: vervoert impulsen naar de grote hersenen
Oogspieren: laten je oog draaien
Lens: zorgt ervoor dat je dingen scherp kan zien (beeld scherp op netvlies plaatsen)

Rondom de lens liggen kringspieren. Samen met het hoornvlies zorgen de kringspieren en de lens ervoor dat je scherp ziet. 


Slide 9 - Slide

Binnenkant van het oog
Het oog bestaat uit 3 lagen:
Netvlies: binnenste laag. Hierin liggen de zintuigcellen die lichtprikkels opvangen en impulsen vormen.

Vaatvlies: middelste laag. Bevat veel bloedvaten die zorgen voor de voeding van het oog en afvoer van afvalstoffen

Harde oogvlies: buitenste laag
hoornvlies → pupil → lens → glasachtig lichaam → netvlies

Slide 10 - Slide

buitenaanzicht
en lengtedoorsnede

Slide 11 - Slide

Door welke onderdelen van het oog gaat het licht? Zet ze in de goede volgorde. Maak gebruik van de volgende woorden:

Glasachtig lichaam - hoornvlies - pupil - netvlies - lens

Slide 12 - Open question

Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid

Slide 13 - Quiz

Het oog bestaat uit de volgende lagen:
A
harde oogvlies
B
harde oogvlies/vaatvlies/netvlies
C
harde oogvlies/netvlies
D
harde oogvlies/vaatvlies

Slide 14 - Quiz

Welk gedeelte van het harde oogvlies is doorzichtig?
A
Hoornvlies
B
Pupil
C
Vaatvlies
D
Netvlies

Slide 15 - Quiz

Door de lens wordt het beeld op het netvlies ..... en .....
A
groter en kleiner
B
omgekeerd en groter
C
scherper en omgekeerd
D
omgekeerd en kleiner

Slide 16 - Quiz

Welk onderdeel van je oog "maakt" tranen als je huilt?
A
Traanbuis
B
Traanpees
C
Levertraan
D
Traanklier

Slide 17 - Quiz

De oogspieren zitten vast aan het harde oogvlies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz