NATIVE / PRB-I / 1B Variabelen

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Smart City
NATIVE: PRB-I
Week 1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Smart City
NATIVE: PRB-I
Week 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom 👋


Log vast even in via lessonup.app,
gebruik de code linksonder

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
  • Terugblik op de vorige les
  • Uitleg Variabele en constante
  • Opdracht - variabele namen
  • Opdracht - Variabele en constante
  • Stappenteller en ScoreTracker
  • Quiz
  • Check 'Waar staan we?'

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Process
Output
Input

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Variabelen
Een variabele is een plekje op het geheugen van de Micro:bit (of je laptop/pc) waar een waarde in op kan slaan en gebruiken in je programma.

Bijna alle applicaties maken gebruik van variabelen en hoe groter het programma hoe meer variabelen worden gebruikt.

Ze staan in het geheugen dus na een herstart van je laptop of alleen het programma is de waarde weg. 

Het is geen permanente opslag!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Constante
  • Code gaat van boven naar beneden ⬇
  • In een variabele kun je gegevens opslaan
  • In een constante is eigenlijk een variabele waar je één keer een waarde in zet en deze niet meer veranderd.
  • Voordeel van het werken met constante is dat je de waarde ook maar op één plek hoeft aan te passen als deze toch veranderd.




Ook constanten staan in het geheugen dus na een herstart van je laptop of alleen het programma is de waarde weg.


Het is geen permanente opslag!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Naamgeving
Het is belangrijk om variabelen en constante een duidelijke naam te geven.
Je moet aan de naam kunnen zien wat voor gegevens worden opgeslagen.
Voor variabele gebruiken we de zogenaamde camelCase conventie. Dit betekent dat namen beginnen met een kleine letter en ieder volgend woord met een hoofdletter.
Bij variabelenamen gebruiken we bij voorkeur Engels maar zeker niet Engels en Nederlands door elkaar.

Bijvoorbeeld (beetje overdreven)
sumOfAlScrewsInBin
totalLenghtOfAllMovies

Dus niet
SumScrews
Lenghtmovies
sum_Of_All_Donkeys




Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten

Lezen en maken opdrachten 6.2 - Variabele
Lezen en maken opdrachten 6.4 - Constante
timer
10:00

Slide 12 - Slide

  • Doe eerst even kleine demo zelf
  • Daarna delen met studenten en zij loggen in op de classroom
  • Daarna de opdrachtkaart 1a maken, in de classroom ook zodat ik het kan volgen
Beschrijf in één zin wat een variabele is?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Events en Interrupts
  • Een event of interrupt zijn triggers in je applicatie.
  • Dit zijn inputs die je gebruikt om een proces te starten.

Interrupt is een hardwarematige gebeurtenis
Event is een softwarematige trigger.

Slide 14 - Slide

  • Doe eerst even kleine demo zelf
  • Daarna delen met studenten en zij loggen in op de classroom
  • Daarna de opdrachtkaart 1a maken, in de classroom ook zodat ik het kan volgen
Opdrachten

Lezen en maken opdrachten 6.6 - Stappenteller 
Lezen en maken opdrachten 6.7 - Scoretracker

Ben je klaar dan maak je opdracht 6.8
timer
30:00

Slide 15 - Slide

  • Doe eerst even kleine demo zelf
  • Daarna delen met studenten en zij loggen in op de classroom
  • Daarna de opdrachtkaart 1a maken, in de classroom ook zodat ik het kan volgen
Wat is de juiste variabele naam voor het aantal koppen koffie die iemand per dag drinkt
A
TotalCupsCoffeePerDay
B
cupsCoffeePerPerson
C
numberCupsOfCoffeePerDay
D
totalCupsOfCoffeePerPersonPerDay

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste variabelenaam voor het merk van een fiets
A
bikeBrand
B
Bikebrand
C
Bike_Brand
D
bike_Brand

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Het eerste getal dat wordt ingevoerd
A
getal1
B
number_1
C
Number1
D
NumberOne

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke stelling is juist?
1. Een variabele is een stukje geheugen wat je reserveert om iets in op te slaan.
2. Een waarde in een constante kan nooit veranderen.
A
Stelling 1
B
Stelling 2
C
Beide stellingen
D
Geen van beide stellingen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welke stelling is juist?
1. Een waarde die is opgeslagen in een constante blijft bestaan ook als ik de applicatie heb afgesloten.
2. Een waarde in een variabele blijft bestaan ook als ik de applicatie heb afgsloten.
A
Stelling 1
B
Stelling 2
C
Beide stellingen
D
Geen van beide stellingen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk onderdeel ven het schema past onderstaande zin het beste:

Het licht moet aangaan als er iemand voorbij de sensor loopt

A
Input
B
Process
C
Output

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de input in onderstaande casus

Een auto rijdt de garage in en de garagedeur gaat automatisch dicht

A
De garage deur
B
De auto die de garage in rijdt
C
Het dicht gaan van de garagedeur

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Samenvatten
Vul de tabellen in van paragraaf 5.8 en 6.9



Ben je klaar. 
  • Ga verder met de opdrachten als je die nog niet af hebt.
  • Maak opdrachtenkaart 4BC

timer
15:00

Slide 23 - Slide

  • Doe eerst even kleine demo zelf
  • Daarna delen met studenten en zij loggen in op de classroom
  • Daarna de opdrachtkaart 1a maken, in de classroom ook zodat ik het kan volgen
Wie wil er wat vragen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Afmaken opdrachten hoofdstuk 5 en 6 in het moduleboek (Indien niet gereed)
Opdracht 6.8 is niet verplicht maar wel verstandig om te maken.

Maken opdrachtenkaart 4BC



Slide 25 - Slide

  • Doe eerst even kleine demo zelf
  • Daarna delen met studenten en zij loggen in op de classroom
  • Daarna de opdrachtkaart 1a maken, in de classroom ook zodat ik het kan volgen