1. Stamwoorden, voor- en achtervoegsels

Medische terminologie 
Les 1 Stamwoorden, voor- en achtervoegsels 
Stamwoorden, achtervoegsels, voorvoegsels en combinaties
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Medische terminologie 
Les 1 Stamwoorden, voor- en achtervoegsels 
Stamwoorden, achtervoegsels, voorvoegsels en combinaties

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • Module: 'Medische terminologie'
  • Planning
  • Welke Latijnse termen ken je?
  • Inleiding
  • Voorvoegsels
  • Achtervoegsels 
  • Memory
  • Deelopdracht 1
  • Vooruitblik 

Slide 2 - Slide

Module: 'Medische terminologie'

Open Dulon Online en ga naar de module: 'Medische terminologie'

Slide 3 - Slide

Planning

Slide 4 - Slide

Postoperatief

Post= na
Operatief= operatie

Na de operatie 

Slide 5 - Slide

Welke Latijnse termen ken je?

Slide 6 - Mind map

Inleiding
De medische terminologie is het medisch jargon, ‘de vaktaal’. De medische terminologie omvat de vaktermen die artsen en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg gebruiken. 

Waarom is er een speciale vaktaal voor medici?
  1. Informatie kort en krachtig weergeven
  2. Internationaal 

Slide 7 - Slide

Stamwoorden, achtervoegsels en voorvoegsels
Medische termen zijn vaak opgebouwd uit woorddelen

Het belangrijkste deel van een medische term is een stamwoord. Met een voorvoegsel en een achtervoegsel kun je een medische term verder verduidelijken.

Voorbeeld:
Intercostitis 

Slide 8 - Slide



Voorvoegsels

Slide 9 - Slide

De parathyroid is een kleine klier in de hals in de buurt van de schildklier, onderdee van het hormoonstelsel

Slide 10 - Slide

Para
A
Voor
B
Achter
C
Onder
D
Naast

Slide 11 - Quiz

Parathyroid

Para= naast
Thyroïd= Schildklier

Bijschildklier 

Slide 12 - Slide


Pericarditis kan leiden tot pijn op de borst en kortademigheid.







Slide 13 - Slide

Peri
A
Voor
B
Achter
C
Nabij, rondom
D
Boven

Slide 14 - Quiz


Pericarditis

Peri= nabij, rondom
Card= hart
Itis= ontsteking

Ontsteking van het hartzakje 








Slide 15 - Slide


De verpleegkundigen controleerden regelmatig de vitale functies van de patiënt tijdens de postoperatieve fase.

Slide 16 - Slide

Post
A
Voor
B
Achter
C
Onder
D
Na

Slide 17 - Quiz

Postoperatief

Post= na
Operatief= operatie

Na de operatie 

Slide 18 - Slide


Bij intercostaal wordt de pijn veroorzaakt door een beschadiging of minder goed functioneren van de zenuw

Slide 19 - Slide

Inter
A
Binnen
B
Buiten
C
Tussen
D
Boven

Slide 20 - Quiz

Bij intercostaal wordt de pijn veroorzaakt door een beschadiging of minder goed functioneren van de zenuw

Inter= tussen
Costae= ribben

Tussen de ribben

Slide 21 - Slide


De cliënt krijgt een vitamine B12 injectie toegediend via intramusculaire injectie

Slide 22 - Slide

Intra
A
Binnen
B
Buiten
C
Tussen
D
Boven

Slide 23 - Quiz

De cliënt krijgt een vitamine B12 injectie toegediend via intramusculaire injectie

Intra= binnen(in)
Musculus= spier

In de spier

Slide 24 - Slide


De arts voelde een vergrote lymfeklier in het supraclaviculaire gebied tijdens het lichamelijk onderzoek van de patiënt.

Slide 25 - Slide

Supra, epi
A
Binnen(in)
B
Buiten
C
Tussen
D
Boven

Slide 26 - Quiz

Supraclaviculair 

Supra= boven
Clavicula= sleutelbeen

Boven het sleutelbeen

Slide 27 - Slide


Dit wordt gezien als overgangsfase tussen lokale en uitgezaaide ziekte. Bij uitgezaaide borstkanker is 5 a 10% oligogemetastaseerd. 

Slide 28 - Slide

Oligo
A
(te) hoog
B
(te) laag
C
Veel
D
Weinig

Slide 29 - Quiz


Bij oligogemetastaseerde borstkanker zijn er slechts een beperkt aantal uitzaaiingen.

Slide 30 - Slide


Het plotselinge optreden van polyurie bij de patiënt wekte bezorgdheid op bij de arts vanwege de mogelijkheid van diabetes mellitus.

Slide 31 - Slide

Poly
A
(te) hoog
B
(te) laag
C
Veel
D
Weinig

Slide 32 - Quiz

Polyurie

Poly= veel
Urie= urine

Veel plassen

Slide 33 - Slide


Tijdens het medisch onderzoek werd bij de patiënt een onverklaarde bradycardie vastgesteld, wat de arts ertoe aanzette om een uitgebreider cardiologisch onderzoek uit te voeren.

Slide 34 - Slide

Brady
A
(te) hoog
B
Langzaam
C
(te) laag
D
Snel

Slide 35 - Quiz

Bradycardie

Brady= langzaam
Cardie= het hart

Langzame hartslag 

Slide 36 - Slide


De patiënt vertoonde symptomen van hyperglycemie, zoals overmatige dorst en frequent urineren.

Slide 37 - Slide

Hyper
A
(te) hoog
B
Langzaam
C
(te) laag
D
Snel

Slide 38 - Quiz

Hyperglycemie

Hyper= Te hoog
Glycemie= bloedglucose

Te hoge suikergehalte in het bloed 

Slide 39 - Slide




Achtervoegsels 

Slide 40 - Slide

Deelopdracht 1
In deze opdracht analyseer je deze fictieve overdracht (zie Dulon Online) waarbij er veel medische termen gebruikt worden. Na het bestuderen van de tekst beantwoord je de volgende vragen:

  1. Wat is er gebeurd met Mw. Peters? Wat is haar diagnose?
  2. Welke voorgeschiedenis heeft ze?
  3. Welke vorm van narcose is gekozen voor haar operatie en waarom is deze keuze gemaakt?
  4. Welke operatie heeft ze ondergaan?
  5. Welke acties zijn er geweest op het gebied van haar delier?
  6. Hoe heeft de arts een trombose willen voorkomen? 

Slide 41 - Slide

Vooruitblik 
16 mei:
Ademhalingsstelsel

Huiswerk:
Leren: Achtervoegsels en voorvoegsels, zie reader blz 6 & 7

Slide 42 - Slide