Paragraaf 7.3 Hoe komt de overheid aan geld?

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Mo

Slide 2 - Slide

Welkom 3TL
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Uitleg 7.3
- Maken van opdrachten 7.3



Slide 3 - Slide

Paragraaf 7.3
Hoe komt de overheid aan geld?

Slide 4 - Slide

Leerdoelen van vandaag
Na deze les weet/kun je...:
  • Voorbeelden van enkele belangrijke overheidsinkomsten
  • Het verschil tussen directe- en indirecte belastingen
  • Dat sommige belastingen gebaseerd zijn op het draagkrachtbeginsel
  • Dat andere belastingen gebaseerd zijn op het profijtbeginsel



    Slide 5 - Slide

    Leerdoel 1
    Hoe komt de overheid aan geld?

    Slide 6 - Slide

    De overheid ontvangt ook niet-belastingontvangsten bijvoorbeeld:
    • winst overheidsbedrijven
    • boetes
    De overheid ontvangt belasting van burgers en bedrijven:
    • Als je iets koopt, betaal je btw en soms accijns.
    • Iedereen met een inkomen betaalt inkomstenbelasting.
    • Werkgevers houden loonbelasting (= premies volksverzekeringen) in op het brutoloon van werknemers.
    • Nv’s en bv’s betalen vennootschapsbelasting over de winst.

    Slide 7 - Slide

    Voorbeeld: winst overheidsbedrijven
    • Eigendom: 100% overheid (69,8% Rijksoverheid, 20% gemeente Amsterdam, 2,2% gemeente Rotterdam, 8% Aéroports de Paris).

    • Activiteit: Exploitatie van luchthavens (waaronder Amsterdam Schiphol Airport).

    • Winst: Regelmatig winstgevend, mede door luchthavenactiviteiten, vastgoed en retail op het vliegveld.

    Slide 8 - Slide

    Leerdoel 2
    Verschillende soorten belastingen

    Slide 9 - Slide

    Directe belastingen 

    Betaal je rechtstreeks aan de overheid

    • Loon- en inkomstenbelasting
    • Vennootschapsbelasting


    Indirecte belastingen 
    (kostprijsverhogende belastingen)

     Zijn verwerkt in de prijs.
    Winkelier draagt deze belasting aan overheid af

    • Accijns
    • Btw

    Slide 10 - Slide

    Leerdoel 3
    Draagkrachtbeginsel & Profijtbeginsel

    Slide 11 - Slide

    "De rijken betalen meer belasting."
    Met een hoger loon heb je meer financiële draagkracht.
    Het draagkrachtbeginsel geldt bij inkomens.

    Je betaalt over een hoger brutoloon naar verhouding (= in procenten) meer belasting dan over een lager brutoloon.

    Slide 12 - Slide

    "Als je ergens gebruik van maakt, heb je er profijt van"
    Het profijtbeginsel geldt bijvoorbeeld bij auto’s: wie een auto koopt of gebruikt, betaalt belasting, zoals


    - Motorrijtuigenbelasting (wegenbelasting) --> voor bezit van auto

    - Bpm (belasting op personenauto’s en motorrijwielen) --> bij aankoop auto

    - Accijns en btw --> bij tanken

    Slide 13 - Slide

    Check  

    Slide 14 - Slide

    Aan de slag met 7.3
    ✍🏼 Wat ? Maak de opdrachten 2 t/m 10 op blz. 198

    👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot
    🗣️ Graag rustig praten

    ✅ Klaar? Maak de herhalingsopdrachten van 7.3 op blz. 211

    Slide 15 - Slide