Bs. 8 Dominant en Recessief

Bs 8 Dominant en recessief
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bs 8 Dominant en recessief

Slide 1 - Slide

Deze les
Nakijken huiswerk 5.3

Uitleg Dominant en recessief




Slide 2 - Slide

Leerdoel

Je kunt uitleggen wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen

Slide 3 - Slide

Complete informatie voor al je erfelijke eigenschappen
A
gen
B
fenotype
C
genotype

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Genvariant: allel

Slide 8 - Slide

allelenpaar

Slide 9 - Slide

Homozygoot: gelijk allelenpaar

Slide 10 - Slide

Heterozygoot: ongelijke allelenpaar

Slide 11 - Slide

Een organisme met een gelijk allelenpaar voor een bepaalde eigenschap noem je homozygoot. 

Een organisme met een ongelijk allelenpaar voor een bepaalde eigenschap noem je heterozygoot.

Slide 12 - Slide

Allelenpaar

Kan ongelijk of gelijk zijn
Heterozygoot of homozygoot

Slide 13 - Slide

Heterozygoot
1 allel is dominant 
1 allel is recessief

Dominant: 'sterke' allel komt tot uiting in het fenotype
Recessief: komt niet tot uiting  in het fenotype

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welk allel van de vorige dia is recessief?
A
Allel voor steil haar
B
allel voor krullend haar

Slide 16 - Quiz

De zwarte stier is heterozygoot

Slide 17 - Slide

Welk allel is dominant?
A
Allel voor zwarte vacht kleur
B
Allel voor rode vacht kleur

Slide 18 - Quiz

Allelen geef je aan met letters
Gen: vachtkleur
Allel: zwart dominant --> A
Allel: rood recessief --> a

Dominant allel met een HOOFDLETTER
Recessief allel met een kleine letter

Slide 19 - Slide

Genotype rode Stier: aa
Genotype zwarte stier: Aa

Slide 20 - Slide

Wat is het genotype van dame 3, die heterozygoot is voor de haarvorm?
A
aa
B
AA
C
Aa

Slide 21 - Quiz

Zelf aan de slag

Maak Bs. 8 opdracht 1 t/m 3
OF

Kijk naar de video voor meer uitleg
timer
10:00

Slide 22 - Slide

SO 5.1 - 5.2 - 5.3 - 5.8 (1x)
5.1
  • Je kunt het genotype en fenotype beschrijven.
  • Je kunt uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die ze nodig hebben.
5.2
  • Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen bijdraagt.
  • Je kunt zeggen hoe het geslacht van een mens wordt bepaald door geslachtschromosomen.
  • Je kunt uitleggen hoe geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen veroorzaakt.
5.3
  • Je kunt beschrijven wat genen en allelen zijn.
  • Je kunt beschrijven wat een mutatie is.
  • Je kunt beschrijven wat kanker is.
5.8
  • Je kunt beschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Erfelijkheid/stamboom.htm
QUIZ 

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Erfelijkheid/erfelijkheidautosomaalr.htm

Slide 25 - Slide