§3.2 Temperatuurverschillen op aarde

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

§3.2 Temperatuurverschillen op aarde 

3.2 Temperatuurverschillen op aarde 

Leerdoelen

- Je weet dat de aarde dankzij de atmosfeer en leefbaar klimaat heeft.

- Je begrijpt welke invloed de stand van de zon en de geografische breedte op de temperatuur hebben. 

Wat hoort bij weer en wat bij klimaat? Sleep het naar de juiste plek. 

Klimaat

Weer

Gemeten over 30 jaar

kan elk moment veranderen

een groot gebied

een klein gebied

Hoge breedte

Lage breedte

Lage breedte

Hoge breedte

De atmosfeer wordt van ... opgewarmd.

1. Bovenaf
2. Onderaf

Staat de zon in Nederland in de winter hoog of laag?

1. Hoog
2. Laag

Leg uit waarom het in Nederland minder warm is dan bij de evenaar

Het is in het dal 16 graden. Wat is de temperatuur op 2000 meter? en op 2500 meter?

Wat gebeurt er met de temperatuur naarmate je op hogere breedte komt?

1. Blijft gelijk
2. Het wordt kouder
3. Het wordt warmer

Per 1000 meter stijging wordt het ..?.. graden kouder

1. 0.6 graden
2. 6 graden
3. 60 graden

De winters zijn hier koud en de zomers zijn hier warm.

1. Poolklimaat
2. Gematigd zeeklimaat
3. Landklimaat
4. Woestijnklimaat

Weer of klimaat?

Elk jaar hebben we in Nederland een gematigde winter (niet erg koud, niet erg watm)

1. Weer
2. Klimaat

Kenmerk: Hele jaar neerslag, zomer niet te warm en winter niet te koud

1. Poolklimaat
2. Steppeklimaat
3. Zeeklimaat
4. Tropischklimaat

1. Bekijk figuur 1.

a. Kies de juiste uitspraken
over dit diagram.

1. De neerslag is gelijkmatig over het jaar verdeeld.
2. De temperatuur is altijd boven 25 °C.
3. Er is een drogere tijd.
4. In de winter is het koud.

A.

B.

C.

Invalshoek van de zon.

Situatie op hoge breedte

Situatie op lage breedte

Situatie op gematigde breedte