H1 p2 deel 1

Hoofdstuk 1 Heb je dat nodig
Paragraaf  2 
Heb je dat nodig?

Paragraaf 1 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 Heb je dat nodig
Paragraaf  2 
Heb je dat nodig?

Paragraaf 1 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
VM1A
  1.  Controle huiswerk
  2.  Herhalen paragraaf 1 tweede deel 
  3. Herhaling paragraaf 2
  4. Zelf aan de slag:
    - opdrachten maken
    -Herhalingsopdracht 4.1 blz. 30 
    -Huiswerk 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
Bk1a
  1.  Controle huiswerk
  2.  Herhalen paragraaf 1 tweede deel 
  3. Herhaling paragraaf 2
  4. Zelf aan de slag:
    -oefentoets maken 1.2 blz. 38
    -Huiswerk 

Slide 3 - Slide

timer
2:00
Consumeren
Zelfvoorziening
Ik koop een taart
Ik bak een taart
Ik koop een nieuwe trui
Ik brei een nieuwe trui
Ik koop groentes
Ik eet groentes die ik zelf heb gekweekt 

Slide 4 - Drag question

Schrijf op de juiste manier:
€19,980.35
timer
1:00

Slide 5 - Open question

Schrijf op de juiste manier:
23,07,-

timer
1:00

Slide 6 - Open question

Sleep de foto's naar het juiste begrip
timer
2:00
verbruiksgoederen
gebruiksgoederen

Slide 7 - Drag question

Welkom
Pak je boek, pak je pen en je rekenmachine

TAS VAN TAFEL

OPEN ALVAST BLZ. 38 !


Slide 8 - Slide

Leerdoelen 1.2 herhaling
  1. Je weet waardoor mensen verschillende behoeften hebben.
  2. Je kent het verschil tussen sociale beïnvloeding en commerciële beïnvloeding.
  3. Je weet waarom fabrikanten en winkeliers reclame maken.
  4. Je weet wat een doelgroep is 



Slide 9 - Slide

Behoeften verschillen
Mensen hebben verschillende behoeften. Dit heeft te maken met verschillende redenen:
  • leeftijd
  • geslacht
  • budget 

Slide 10 - Slide

De moeder van wijst deze schoenen aan. Dirk wil deze niet. Hij vindt ze voor meisjes.
Dirk maakt zijn keuze op basis van.....
timer
1:00
A
geslacht
B
leeftijd
C
budget

Slide 11 - Quiz


Sociale beïnvloeding =
invloed van mensen met wie je omgaat 

Commerciële beïnvloeding=
De invloed van winkeliers en fabrikanten 

Slide 12 - Slide

timer
1:00
sociale beinvloeding
commerciele beinvloeding
je dokter adviseert je om meer te sporten want dat is stress verlagend.
je moeder zegt dat je moet ontbijten omdat je de dag beter begint.
je beste vriend zegt dat je mee naar de stad moet
verkoper van de schoenenwinkel zegt dat dit de beste sportschoen is.

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Video

Ik verkoop rollators, wie is mijn doelgroep?
timer
1:00
timer
1:00
timer
1:00

Slide 15 - Open question

Een telefoon kost 500 euro.
Vandaag les ik op de website van de winkel, dat er een korting is van 39% op de telefoon!
Wat is het kortingsbedrag?

Slide 16 - Open question

Ik wil snoepjes kopen voor €20!
In de snoepwinkel zie ik, dat ik 19% korting krijg op mijn aankoop! :)
Wat is het kortingsbedrag?

Slide 17 - Open question

Zelf aan de slag 
Zelf nakijken Hoofdstuk 1, paragraaf 1 (1.1)

Huiswerk:
Hoofdstuk 1, paragraaf 2 (1.2)
opdrachten 20 t/m 30 + 34+35
bladzijde 14 t/m 17 + 19 

Klaar?
 Eerst nakijken 
Oefentoets bladzijde 38,
Herhalingsopdrachten bladzijde 





VM1a 

Huiswerk bespreken:
Oefentoets maken op blz. 29 t/m opdracht 8
 


Later gaan we verder werken aan :
  • Maak de oefentoets af op blz. 29
  • Ga verder met de plusopdrachten op blz. 32
  • Alles klaar? --> laat het door je docent controleren

timer
10:00

Slide 18 - Slide

Zelf aan de slag 
Zelf nakijken Hoofdstuk 1, paragraaf 1 (1.1)

Huiswerk:
Hoofdstuk 1, paragraaf 2 (1.2)
opdrachten 20 t/m 30 + 34+35
bladzijde 14 t/m 17 + 19 

Klaar?
 Eerst nakijken 
Oefentoets bladzijde 38,
Herhalingsopdrachten bladzijde 





Bk1a 

Huiswerk bespreken:
Oefentoets maken van 1.2 op blz. 38
 

Later gaan we verder werken aan :
  • Maak de plusopdrachten verder af vanaf blz. 44
  • Alles klaar? --> laat het door je docent controleren

timer
10:00

Slide 19 - Slide

Leerdoelen 1.2 herhaling
  1. Je weet waardoor mensen verschillende behoeften hebben.
  2. Je kent het verschil tussen sociale beïnvloeding en commerciële beïnvloeding.
  3. Je weet waarom fabrikanten en winkeliers reclame maken.
  4. Je weet wat een doelgroep is 



Slide 20 - Slide

Wat ga je doen?
1.Maak de plusopdrachten op pagina 32 --> 1.1 en 1.2
2.Klaar?--> Je mag beginnen met leren!

STRAKS WORDEN DE OPDRACHTEN NAGEKEKEN

Slide 21 - Slide