de 7 zintuigen


Zintuigen

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson


Zintuigen

Slide 1 - Slide

welke zintuigen zijn er

Slide 2 - Mind map

Er zijn in totaal 7 zintuigen
  • zien
  • horen
  • ruiken
  • proeven
  • voelen
  • evenwicht
  • Interoceptie
  • proprioceptie

Slide 3 - Slide

zien

Slide 4 - Slide

horen

Slide 5 - Slide

horen
Het gehoorzintuig bestaat uit drie gedeeltes: uitwendig oor, middenoor 
en binnenoor. 

Het uitwendig oor bestaat uit de oorschelp, de gehoorgangen en het 
trommelvlies. Het geluid gaat door de oorschelp naar de gehoorgang en 
daar vangt het trommelvlies het geluid op en gaat hij trillen. 

Het middenoor bestaat uit de trommelholte, waarin de drie 
gehoorbeentjes liggen. De hamer, het aambeeld en de stijgbeugel. Die zorgen
 ervoor dat de trilling overgebracht word naar het vloeistof in het slakkenhuis.

Het binnenoor bestaat uit het slakkenhuis. Hierin bevind zich een vloeistof 
en zintuigcellen. In de spiraalvormige gang zitten zintuig haartje die de 
trillingen van de vloeistof voelen en dan doorgeven met elektrische signalen 
aan de hersenen. De hersenen ervaren dit signaal als geluid. 

Slide 6 - Slide

ruiken

Slide 7 - Slide

ruiken
Het reukzintuig speelt een hele belangrijke rol bij het waarnemen
van smaak. Dit komt doordat wanneer je kauwt de geur met het
uitademen door je neusholte gaat.
Bij smaak is voor 90 % de geur die bepaalt wat je proeft.

 De binnenzijde van de neus is bekleed met slijmvlies. Dit 
slijmvlies zit vol met bloedvaten en slijmklieren, die slijm kunnen 
produceren. Meestal wordt er precies genoeg slijm gemaakt om 
de neus goed nat te houden. Het slijm in de neus werkt als een 
beschermende laag tegen virussen en bacteriën. 

Reukcellen in het reukorgaan zijn chemoreceptoren, dat wil 
zeggen: de prikkel van de zintuigcellen is een gevolg van 
chemische processen aan de oppervlakte van de haartjes. 
Maar hoe de moleculaire reactie verloopt, is onduidelijk. 

Slide 8 - Slide

ruiken
De reukhersenen zijn nauw met het limbische systeem
(het limbisch systeem zijn betrokken bij emotie, motivatie, genot en
 het emotioneel geheugen) verbonden. Deze verbinding is waarom
geuren als aangenaam ervaren worden of afkeer oproepen
of dat je er iets door herinnert

De geurepitheel vangt gasvormige atomen en moleculen op die je 
inademt dit zorgt voor een prikkel. Hierdoor verzend de 
geurepitheeleen signaal naar de reukslijmvlies en die stuurt het 
signaal dan weer naar de hersenen waardoor je ruikt wat je aan het
eten bent of wat er om je heen is. 

Slide 9 - Slide

smaak

Slide 10 - Slide

smaak
smaak bestaat uit 2 componenten, de geur en de echte smaak van wat je eet.
De geur van wat op je tong ligt en in je mond is, stijgt op naar de neus en daar ruik je het.
De smaak zelf heeft alleen betrekking op de waarneming van zoet, zuur, zout, bitter
en umami die opgelost zijn in water of speeksel. dus als je je neus dichthoud proef je 
alleen  die 5 smaken.

Onze tong bevat duizenden smaakpapillen. Dit zijn kleine deukjes in je tong met 
een grote geclusterde hoeveelheid smaakcellen. Er zitten in elke smaakpapil wel
50 tot 100 cellen. Elk van deze cellen is gevoelig voor een specifieke smaak en heeft 
specifieke receptoren om deze smaak te kunnen waarnemen. Op bepaalde plekken 
van de tong is het aantal van de receptoren voor bepaalde smaken groter dan op andere
plekken dus kan je op die plek beter die smaak proeven. 

onze tong bevat niet alleen smaakreceptoren maar ook tast, pijn en warmte receptoren




Slide 11 - Slide

smaak
smaak is niks anders dan dat receptoren reageren op bepaalde stoffen

bij Zout- en zuur-proevende cellen reageren ze op ‘zout’ (vrije natriumionen), en 
‘zuur’ (vrije waterstofionen). De zout- of zuurdeeltjes gaan via speciale kanalen 
de cel binnen en activeren op deze manier de cel.
Zoet is iets ingewikkelder, omdat suikers, in tegenstelling tot zout- en zuurionen, 
geen kleine deeltjes zijn. Op de celwand van zoet-proevende cellen zitten grote
 receptoren die kunnen binden aan de typische vorm van suikermoleculen.
Unami proeven werkt een beetje zoals zoet proeven, maar de receptoren binden
in dit geval aan een andere vorm: aminozuren.
Ten slotte bitter. de bittercel vol zit met
totaal verschillende receptoren die een heel
scala aan moleculen kunnen herkennen. Tijdens de evolutie heeft de mens geleerd
dat deze moleculen giftig
en gevaarlijk kunnen zijn.

Slide 12 - Slide

smaak
smaak is niks anders dan dat receptoren reageren op bepaalde stoffen

bij Zout- en zuur-proevende cellen reageren ze op ‘zout’ (vrije natriumionen), en 
‘zuur’ (vrije waterstofionen). De zout- of zuurdeeltjes gaan via speciale kanalen 
de cel binnen en activeren op deze manier de cel. Hoe zouter of zuurder het
 eten, hoe meer moleculen er naar binnen stromen, en hoe meer signalen de 
zout- of zuur-proevende cellen afgeven. 

Zoet is iets ingewikkelder, omdat suikers, in tegenstelling tot zout- en zuurionen, 
geen kleine deeltjes zijn. Op de celwand van zoet-proevende cellen zitten grote
 receptoren die kunnen binden aan de typische vorm van suikermoleculen. Omdat 
deze receptoren op zoek zijn naar een specifieke vorm, kunnen sommige moleculen
die hierop lijken ook aan de receptor binden. Dit is de reden dat zoetstoffen 
 ook zoet smaken. 

Slide 13 - Slide

smaak
Unami proeven werkt een beetje zoals zoet proeven, maar de receptoren binden 
in dit geval aan een andere vorm: aminozuren.

Ten slotte bitter. Deze smaak is nogal bijzonder, omdat de bittercel vol zit  met
 totaal verschillende receptoren die een heel scala aan moleculen kunnen 
herkennen. Tijdens de evolutie heeft de mens geleerd dat deze moleculen giftig
en gevaarlijk kunnen zijn. Dit is dus de reden dat koffie bitter smaakt, omdat 
Cafeïne namelijk een biologisch actieve stof die vooral in hoge concentraties 
schadelijk is. De bittere smaak waarschuwt ons dat er mogelijk iets mis is. 
Daarom vinden kinderen koffie in eerste instantie meestal heel vies, omdat hun
hersenen zeggen dat het niet goed voor hun is

Het interessante is dat de hittereceptor dit ook kan, namelijk als hij in aanraking
komt met de stof capsaïcine. Dit stofje komt van nature in hete pepers voor. Wat je 
voelt als er hete peper of hete thee over je tong komt is dus letterlijk hetzelfde.

Slide 14 - Slide

voelen

Slide 15 - Slide

evenwicht

Slide 16 - Slide

evenwicht
Het evenwichtsorgaan bevind zich in het binnenoor en bestaat globaal uit 2 delen
 de drie halfcirkelvormige kanalen en de twee otolietorganen (utriculus en sacculus)

Bij het bewaren van je evenwicht maak je niet alleen gebruik van je evenwichtsorgaan,
maar ook van je ogen en spieren. 

je spieren helpen mee met het bewaren van je evenwicht, omdat de spieren signalen
doorgeven aan de hersenen. De hersenen combineren die signalen met wat je 
ziet en hoe je evenwichtorgaan zegt dat je staat. 

je ogen helpen bij het evenwicht bewaren doordat je je oriënteerd in een ruimte
en daardoor een houvast krijgt door te zien hoe voorwerpen ten opzichte
van jou staan. je hersenen  verwerkt deze informatie en combineerd het met de signalen
van de spieren en van het evenwichtsorgaan.









Slide 17 - Slide

evenwicht
werking drie halfcirkelvormige kanalen
De drie halfcirkelvormige kanalen staan loodrecht op elkaar en zijn gevult met
 een vloeistof genaamd endolymfe en haartjes.
Het endolymfe dat in het
 evenwichtsorgaan zit beweegt mee met je hoofd dus wanneer je met je
 hoofd naar links gaat beweegt dit vloeistof mee. Zintuigcellen/kleine 
haartjes in het evenwichtsorgaan voelen de verandering  van de vloeistof 
en geven dit door aan je hersenen.
Werking otolietorganen; utriculus en sacculus
Aan de halfcircelvormige kanalen zitten twee zakjes: utriculus en sacculus.
Net zoals de halfcirkelvormige kanalen zijn ze gevult met endolymfe en  zintuigcellen, 
maar in plaats van kleine haartje liggen er nu kleine oorsteentje die bestaan uit kalk
op die zintuigcellen.Hiermee kunnen de zintuigcellen het drukverschil meten van 
de steentjes. In tegenstelling tot de halfcircelvormige kanalen zijn de otolietorganen 
niet gevoelig voor draaibewegingen van het hoofd, maar voor lineaire 
bewegingsveranderingen (zoals in een achtbaan of lift).


Slide 18 - Slide

Interoceptie 

Slide 19 - Slide

Interoceptie
  • De term interoceptie betekent ‘intern waarnemen’
  • interoceptie is een term die we gebruiken om te omschrijven wat er in onze organen (zoals de maag en de dunne darm) en in onze weefsels gebeurd
  • een voorbeeld hiervan is dat je dorstig word als je te weinig water in je lichaam hebt
  • het doel van interoceptie is het balans in je lichaam (ook wel homeostase genoemd)

Slide 20 - Slide