Leerpad thema 2: gezinsbudget, sparen en beleggen

• PAV
• Secundair onderwijs

Leerpad

Gezinsbudget, sparen en beleggen

Doelstellingen

Wat moet je na dit leerpad kunnen? 

• Je kan vaste, variabele en occasionele inkomsten onderscheiden.
• Je kan vaste, variabele en occasionele uitgaven onderscheiden.
• Je kan een optimaal budgetbeheer uitleggen.
• Je kan 3 redenen waarom we sparen opsommen.
• Je kan "beleggen" uitleggen.
• Je kan het verschil tussen een spaarrekening, termijnrekening, aandelen en obligaties benoemen.

Overzicht bouwstenen

Inhoudstabel

1. Het gezinsbudget (inkomsten en uitgaven)
2. Het gezinsbudget beheren
3. Waarom sparen
4. Sparen: de spaarrekening 
5. Sparen: de termijnrekening
6. Beleggen: aandelen
7. Beleggen: Obligaties

1. Gezinsbudget 

Een gezinsbudget is het resterende leefgeld in een gezin.

Hiervoor moeten we alle kosten (uitgaven) van alle inkomsten aftrekken. 

Inkomsten en uitgaven

0

Wat is een inkomen?

1. Een soort kost
2. Een cadeau
3. Vergoeding voor het werk dat je levert (of een opbrengst)

Vaste kosten zijn

1. Noodzakelijk. Het te betalen bedrag varieert.
2. Het gevolg van onverwachte gebeurtenissen.
3. Onvermijdelijk, regelmatig terugkerend en verplicht .

Kinderen naar school brengen is een... kost

1. Vaste
2. Variabele
3. Occasionele

Verbind de uitgave met het correcte voorbeeld

Vaste kost

Variabele kost

Occasionele kost

Wat is het gezinsbudget?

1. Het verschil tussen inkomsten en uitgaven van een gezin.
2. De som van alle uitgaven/ kosten van een gezin.
3. De som van het inkomen van beide ouders.

Overzicht bouwstenen

Inhoudstabel

1. Het gezinsbudget (inkomsten en uitgaven)
2. Het gezinsbudget beheren
3. Waarom sparen
4. Sparen: de spaarrekening 
5. Sparen: de termijnrekening
6. Beleggen: aandelen
7. Beleggen: Obligaties

2. Het gezinsbudget beheren

Voor een optimaal budgetbeheer heb je een goed zicht op alle inkomsten en alle uitgaven/ kosten. Het is daarbij belangrijk dat de inkomsten hoger zijn dan de uitgaven.

Hoe je dit concreet kan doen, zie je in het volgende filmpje. 

Op welke manier kan je een overzicht krijgen van wat je inkomsten en uitgaven zijn?

Wat is een factuur?

1. Een soort verzekering die je jaarlijks moet betalen.
2. Een vrijblijvend voorstel op papier over hoeveel iets zal kosten.
3. Een overzicht van geleverde goederen en/of diensten en hun prijs.

Geef 3 tips om te besparen.

Inhoudstabel

1. Het gezinsbudget (inkomsten en uitgaven)
2. Het gezinsbudget beheren
3. Waarom sparen
4. Sparen: de spaarrekening 
5. Sparen: de termijnrekening
6. Beleggen: aandelen
7. Beleggen: Obligaties

3. Sparen

= Vermogen opbouwen door maandelijks een bedrag te reserveren/ aan de kant te zetten.

Er zijn 3 voorname redenen om dit te doen:

• Onverwachte kosten (ziekte, werkloos, kapotte wasmachine,...)
• Later (aanvulling voor je pensioen)
• Projecten (een woning, wagen, reis,...)

00:23

Geef een ander woord voor "onverwachte kosten en kosten voor dingen die je leuk vindt".

Op vaste kosten kan je NIET besparen.

1. Juist
2. Fout

Je kan sparen ook al heb je nog geen vast inkomen?

1. Juist
2. Fout

Wat kan je met je spaargeld doen? 

Inhoudstabel

1. Het gezinsbudget (inkomsten en uitgaven)
2. Het gezinsbudget beheren
3. Waarom sparen
4. Sparen: de spaarrekening 
5. Sparen: de termijnrekening
6. Beleggen: aandelen
7. Beleggen: Obligaties

4. De spaarrekening (spaarboekje)

= een rekening , waarop je geld zet dat je niet onmiddellijk nodig hebt. In ruil voor het in bewaring mogen houden van je geld, zal de bank jou een vergoeding betalen (= intrest).

Voordeel:

Geen risico 
Je geld is altijd beschikbaar

De opbrengst van een belegging over een bepaalde periode.

Vergoeding voor het gebruik van iets (vaak uitgedrukt in %)

Een beloning om jouw geld voor een langere tijd
(1 jaar) op je spaarrekening te laten staan.

Geldsom 

Kapitaal

Intrest

Rendement

Getrouwheidspremie

Zoek op: Hoeveel bedraagt de huidige basisrente van een spaarrekening ongeveer?

1. 0,25% - 1 %
2. 2,5 % - 3 %
3. 4% - 5%

Inhoudstabel

1. Het gezinsbudget (inkomsten en uitgaven)
2. Het gezinsbudget beheren
3. Waarom sparen
4. Sparen: de spaarrekening 
5. Sparen: de termijnrekening
6. Beleggen: aandelen
7. Beleggen: Obligaties

5. Termijnrekening 

= een rekening waarop je geld vast zet voor een bepaalde peridode (termijn). Je kan deze termijn zelf bepalen. Je geld is gedurende deze periode/ termijn niet beschikbaar. Je krijgt hier intrest voor.

Voordeel:

Meer opbrengst (hogere rente) dan op een spaarrekening.

Geen risico

Geef 2 nadelen van een termijnrekening

Een spaarrekening brengt meer op dan een termijnrekening.

1. Juist
2. Fout

Een spaarrekening en een termijnrekening houden beide geen risico in.

1. Juist
2. Fout

Inhoudstabel

1. Het gezinsbudget (inkomsten en uitgaven)
2. Het gezinsbudget beheren
3. Waarom sparen
4. Sparen: de spaarrekening 
5. Sparen: de termijnrekening
6. Beleggen: aandelen
7. Beleggen: obligaties

Beleggen

Zoals je hebt gezien sparen we om verschillende redenen.
Maar hoe doe je dit nu best? 

In wat volgt komen 2 beleggingsvormen aan bod:
Aandelen, obligaties.

Beleggen is geld investeren met als doel in de toekomst meer geld te hebben.

Het is belangrijk om altijd éérst een spaarpotje achter de hand te hebben voordat je gaat beleggen. 

6. Aandelen

Als je aandelen koopt van een bedrijf, word je een stukje mede-eigenaar van dat bedrijf. 

Je deelt in de winst, maar ook in het verlies van dat bedrijf.

7. Obligaties

Als je een obligatie koopt van een bedrijf (of de overheid), leen je jouw geld uit. Het bedrijf (of de overheid) moet je dat geld terug betalen. In ruil voor de lening krijg je een vergoeding.

Het is veiliger om te investeren in aandelen dan te sparen met een termijnrekening

1. Juist
2. Fout

Zou jij investeren in aandelen of obligaties? En waarom?

Ken je nog manieren om je geld te beleggen? Welke?

Bepaal nu jouw beleggersprofiel

Voor je gaat beleggen, moet je jezelf als belegger leren kennen. Pas dan kan je weloverwogen keuzes maken.

Je beleggersprofiel geeft weer wie je bent als belegger en vormt een belangrijk startpunt.

De bank kan je advies geven welke beleggingen voor je geschikt zijn en hoe je ze kan beheren. Daarom vragen ze steeds naar jouw beleggersprofiel.

Indien je dit nog niet weet, zal de bank dit samen met jou bepalen.

Om alvast een idee te krijgen van welk beleggerstype jij bent, mag in je werkboek p.15 maken.