Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Tijdvak 3
Monniken en ridders
2. Monniken
Slide 1 - Slide
10 OKTOBER
1F
DOEL
Ik ken de drie standen uit de middeleeuwen
Ik weet wat monniken zijn en wat hun taken waren
DOEN
Uitleg Monniken
Maken opdracht
Opdracht bespreken
Volgende les
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Thema tijdvakken 1 en 2
Tijdvak 1
Jagers en verzamelaars
Boeren
Egypte
De Nijl overstroomt
Thema: tijdvakken 3 en 4
Tijdvak 3
Hofstelsel
Monniken
Tijdvak 4
Meer handel
Middeleeuwse stad
Repetitie tijdvakken 3 en 4
Slide 4 - Slide
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
Problemen vanaf de 4e eeuw:
Invallen diverse volken
Romeinse leger was zwakker
Slecht bestuur
Slide 5 - Slide
Na het Romeinse Rijk
Steden
Landbouw
Bestuur
Leger
Slide 6 - Slide
Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer (de heer)
De heer geeft
Bescherming
Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
Deel van oogst
Herendiensten
Horigen
Slide 7 - Slide
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Slide 8 - Slide
Von Schlieffenplan
Duitsland was ingesloten tussen twee vijanden: Frankrijk en Rusland
Om een tweefrontenoorlog te voorkomen wilden de Duitsers met dit plan eerst snel Frankrijk uitschakelen, om daarna Rusland te kunnen verslaan
3 standen
1e stand: Geestelijkheid
2e stand: adel
3e stand: boeren
Slide 9 - Slide
De hulp van God
De hulp van god
Het leven van de mensen in de vroege Middeleeuwen was zwaar.
Veel van de dingen om hen heen begrepen ze niet.
Bij ziektes, natuurrampen of hongersnoden vroegen ze God om hulp.
De mensen van de kerk, de geestelijken, hielpen hen hierbij.
Hiervoor moesten de boeren wél belasting betalen...
Slide 10 - Slide
Paleizen...
Paleizen
De Paus, de leider van de kerk, had in de Middeleeuwen enorm veel macht, soms zelfs meer dan een koning of keizer.
De Paus en andere hoge geestelijken, zoals bisschoppen, hadden veel grond en woonden in enorme paleizen, vol luxe.
Slide 11 - Slide
Paleizen...
Slide 12 - Slide
...en kloosters
...en kloosters
Lage geestelijken, zoals priesters, monniken en nonnen, woonden en leefden vaak veel eenvoudiger.
Monniken en nonnen waren zelf niet rijk, de kloosters soms wél: zij hadden veel grond en kregen pacht van de boeren op hun land.
Slide 13 - Slide
Leven in een klooster
Zou jij kunnen leven in een klooster?
2.30: opstaan
2.30 - 3.00: studie en meditatie
3.00 - 5.00: kerkdienst /bidden
5:00 - 6:00: studie en meditatie
6:00 - 7:30: kerkdienst /bidden
7:30 - 8:00: werken
8:00 - 9:30: kerkdienst /bidden
9.30 - 12.00: werken
12.00 - 13.30: kerkdienst /bidden
13.30 - 14.00: avondeten
14:00 - 16:15: werken
16:15 - 17:30: kerkdienst /bidden
17:30 - 18:00: studie en meditatie
18:00 - 18:30: kerkdienst /bidden
19:00: slapen
Leven in een klooster
In een klooster werd veel gebeden door de monniken en nonnen, maar ze werkten ook hard, bijvoorbeeld op het land.
Daarnaast verzorgden zij de zieken en hielpen mensen bij hun geloof in God
Slide 14 - Slide
Willibrord was een Engelse missionaris die probeerden de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
In de kloosters werden soms ook oude boeken overgeschreven.
Dit duurde heel lang: het was dus echt 'monnikenwerk'.
Monnikenwerk
In de kloosters werden soms ook oude boeken overgeschreven.
Dit duurde heel lang: het was dus echt 'monnikenwerk'.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’? Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden
Slide 19 - Quiz
Een vrouwelijke monnik wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Monniken bidden zeventien keer per dag
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Het verzorgen en genezen van zieken was één van de taken van monniken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.
Slide 24 - Quiz
Sleep de teksten naar de juiste plek in de afbeelding
Ik ben van adel
Ik ben een geestelijke
Ik betaal pacht
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Slide 25 - Drag question
WAT?
WAAROM?
HOE?
Maken opdracht 2. Monniken
Omdat je moet weten wat monniken waren en wat zij de hele dag deden.
Open de opdracht in Classroom
Lees de teksten en maak de vragen
HOE LANG?
HULP?
KLAAR?
Tot 10 minuten voor het einde van de les
Rood: Je werkt alleen en mag geen vragen stellen
Oranje: Je mag vragen stellen aan de docent
Groen: Je mag zachtjes met elkaar praten en vragen stellen aan de docent
timer
1:00
Slide 26 - Slide
1F
DOEL
Ik ken de drie standen uit de middeleeuwen
Ik weet wat monniken zijn en wat hun taken waren
DOEN
Uitleg Monniken
Maken opdracht
Opdracht bespreken
Volgende les
Slide 27 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 28 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 29 - Open question
Huiswerk
Opdracht 2. Monniken
maak je thuis af.
Slide 30 - Slide
Opruimen!!
Stop je laptop in je tas.
Als de bel gaat blijf je zitten
De docent zegt als je weg mag gaan. Schuif dan je stoel aan