ONO Blok 4 Over taal

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom!

1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
3. Log in bij lessonup.app
   

Terugblik

1. Huiswerk bespreken 

2. Wat weet je nog van de vorige les?

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

In een Frans dorpje gebeurde in 1812 een ongeluk.

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Een klein jongetje speelde in de werkplaats van zijn vader.

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Veel beesten zijn hun baasje kwijtgeraakt.

Benoem de werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Sommige dieren kunnen niet meer bij hun baasje wonen.

Maak een zin met precies 3 zinsdelen.

Leerdoelen:

• Ik begrijp de betekenis van schooltaalwoorden.
• Ik kan de betekenis van een moeilijk woord vinden door te letten op plaatjes in de tekst.
• Ik kan het stappenplan moeilijke woorden gebruiken.
• Ik weet wat figuurlijk taalgebruik is.

Instructie

Tegenstelling

Als je een woord leest dat je niet begrijpt, lees je een stukje terug of een stukje verder. Soms zie je dan iets dat het tegenovergestelde is van het moeilijke woord. Dat helpt je om het moeilijke woord te begrijpen. 

Tijdens het debat geeft het meisje een goed....

1. feit
2. argument
3. stelling
4. theoretisch

De anderen zijn nog niet klaar, maar ik ben .... begonnen met mijn werk.

1. reeds
2. relatie
3. betreffende
4. steeds

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.

1. Als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen het ook.
2. Pas als er een ongeluk gebeurd is, wordt er iets aan het probleem gedaan.
3. Als er geen toezicht is, durft iedereen opeens veel.
4. Beter iets, dan helemaal niets.

De hond...

1. in de ketel vinden.
2. in de pan vinden.
3. in de pot vinden.
4. in zijn hok vinden.

Zelfstandige verwerking

• Brons: blz. 157 opdr. 26, 27, 28, 31 
• Zilver: blz. 157, opdr. 26, 27, 28, 31 
• Goud: blz. 157, opdr. 26, 27, 28, 31 

Klaar? 

• Kijk je werk na en streep de opdrachten af op je takenkaart.
• Pak je leesboek uit de kast en ga rustig lezen. 
• Oefenen  Op Niveau Online.

Maak een zin met het woord 'garantie'.

Vooruitblik B3 Lezen

In de volgende les gaan we verder met B3 Over Taal.