What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2KM NE L8 lezen
Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht
Startopdracht:
lezen in je leesboek
Lesboek Nieuw Nederlands
Leesboek
Schrift /pen
timer
15:00
1 / 44
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
44 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht
Startopdracht:
lezen in je leesboek
Lesboek Nieuw Nederlands
Leesboek
Schrift /pen
timer
15:00
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Lesdoelen
Mededelingen
Uitleg
Opdrachten
Huiswerk
Evaluatie les
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Slide 3 - Slide
Mededelingen
Wat moet ik weten?
Slide 4 - Slide
Woordraadstrategieën
Synoniem
Omschrijving
Voorbeeld
Slide 5 - Slide
Woordraadstrategieën
Een tegenstelling zoeken
maar, echter, daarentegen, toch
Een bekend woorddeel zoeken
samenstellingen, voorvoegsels en achtervoegsels
Slide 6 - Slide
Alinea's en kernzinnen
Nieuwe regel
Inspringen
Witregel
Belangrijkste informatie:
kernzin
Eerste, tweede of laatste zin van een alinea
Slide 7 - Slide
Tekstverbanden
Zinnen en alinea's hebben iets met elkaar te maken
Signaalwoorden
zeggen welk verband
Slide 8 - Slide
Opsomming
Meerdere dingen die bij elkaar horen. Signaalwoorden:
Ten eerste
Ten tweede
Om te beginnen
Ook
Verder
Ten slotte
Slide 9 - Slide
Tijdsvolgorde (chronologie)
Dingen die in een bepaalde volgorde gebeuren. Signaalwoorden:
Vroeger
Later
Nu
Eerst
Daarna
Vervolgens
Ten slotte
Nadat
Terwijl Dadelijk
Intussen
Slide 10 - Slide
Voorbeeld (toelichting)
Uitleg of voorbeeld geeft meer informatie. Signaalwoorden:
Bijvoorbeeld
Zo
Als
Zoals
Denk aan
Neem nou
Slide 11 - Slide
Zelfstandig werken
Je werkt in stilte
Maak de opdracht op papier. Schrijf de antwoorden in je schrift.
Heb je vragen? Sla deze even over. Over vijf minuten kan je ze stellen.
Klaar?
Werk in Numo
timer
5:00
Slide 12 - Slide
Samenwerken
Je mag rustig overleggen
Maak de opdracht op papier. Schrijf de antwoorden in je schrift.
Heb je vragen? Steek je hand op.
Klaar?
Werk in Numo
timer
35:00
Slide 13 - Slide
Brabantse woorden quiz
Slide 14 - Slide
Wat betekent:
Leutig
A
Liever
B
Grappig
C
Leuk
D
Gezellig
Slide 15 - Quiz
Wat betekent:
errebezies
A
Bezemstelen
B
Aardbeien
C
Bougies
D
Snoepjes
Slide 16 - Quiz
Wat betekent:
ammel
A
Appels
B
Glas drinken
C
Angel
D
Allemaal
Slide 17 - Quiz
Wat betekent:
bekant
A
Bijna
B
Nooit
C
Soms
D
Aan de kant
Slide 18 - Quiz
Wat betekent:
sperrewepse
A
Speerwerpen
B
Wespen
C
Spinnenwebben
D
Spreeuwen
Slide 19 - Quiz
Wat betekent:
zeemeleir
A
Zeeman
B
Huisje aan zee
C
Ramen wassen
D
Zeurpiet
Slide 20 - Quiz
Wat betekent:
verkette
A
Verhuizen
B
Vorken
C
Jurken
D
Vuurwerk
Slide 21 - Quiz
Wat betekent:
pralleke
A
praalwagen
B
prachtig
C
Meisje
D
Gek iemand
Slide 22 - Quiz
Wat betekent:
kwèèker
A
Lawaaimaker
B
Bloemenkweker
C
Vijver
D
Wekker
Slide 23 - Quiz
Wat betekent:
bakkeleie
A
Bakken
B
Kletsen
C
Ruzie maken
D
Twijfelen
Slide 24 - Quiz
Wat betekent:
sebiet
A
Straks
B
Suikerbieten
C
Restaurant
D
Gisteren
Slide 25 - Quiz
Wat betekent:
gift ‘m kèès
A
Geef maar aan Kees
B
Zet 'm op
C
Geef hem kaas
D
Doe maar niet
Slide 26 - Quiz
Wat betekent:
wa zijde ’t aon’t begaoje
A
Wat ben je goed bezig
B
Je maakt er een puinhoop van
C
Wat ben je aan het doen?
D
Je moet zo gapen
Slide 27 - Quiz
Brabantse weetjes en weetjes over Carnaval
Slide 28 - Slide
Hoeveel inwoners heeft Noord-Brabant?
A
3.500.00
B
2.700.00
C
2.500.000
D
4.000.000
Slide 29 - Quiz
Wat is de hoofdstad van Noord-Brabant?
A
Eindhoven
B
's-Hertogenbosch
C
Tilburg
D
Sittard
Slide 30 - Quiz
Welke stad is de Technologiestad van Noord-Brabant?
A
Tilburg
B
Waalwijk
C
Breda
D
Eindhoven
Slide 31 - Quiz
Waar woont Guus Meeuwis?
A
Boxtel
B
Roosendaal
C
Tilburg
D
Breda
Slide 32 - Quiz
Wat is de aller nieuwste attractie uit de Efteling?
A
De zes zwanen
B
Symbolica
C
4D film Fabula
D
Max & Moritz
Slide 33 - Quiz
Welke stad noemt zich met carnaval Oeteldonk?
A
Tilburg
B
Waalwijk
C
Breda
D
Den Bosch
Slide 34 - Quiz
Welke stad noemt zich met carnaval Tullepetoanestad?
A
Roosendaal
B
Waalwijk
C
Breda
D
Bergen op Zoom
Slide 35 - Quiz
Welk getal noemen ze het 'gekkengetal' en is daarom het getal van Carnaval?
A
7
B
11
C
20
D
100
Slide 36 - Quiz
Waarom is de traditie ontstaan om verkleed te gaan met carnaval?
A
Mensen mochten elkaars outfit kiezen
B
Mensen hadden geen geld voor nieuwe kleren
C
De kerk zei dat het zo moest
D
Zo was iedereen gelijk
Slide 37 - Quiz
Waar wordt geen carnaval gevierd?
A
Brazilië
B
Duitsland
C
Ghana
D
China
Slide 38 - Quiz
Wanneer vieren we carnaval?
A
Dit hangt af van de stand van de maan
B
Altijd de tweede zondag van februari
C
Twee weken voor Pasen
D
Wanneer het voorjaarsvakantie is
Slide 39 - Quiz
Vertalen!
Slide 40 - Slide
Huiswerk
Datum:
- donderdag 15 februari
Maken:
Tekstvragen carnaval
Slide 41 - Slide
Lesdoelen
Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Slide 42 - Slide
Evaluatie
Wat heb je geleerd deze les?
Wat ging er goed?
Wat kan beter?
Slide 43 - Slide
Tot de volgende les!
Slide 44 - Slide
More lessons like this
Brabantse woordenquiz
May 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
Brabants (carnaval)
February 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2KM NE L10 lezen
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2KM NE L9 lezen
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Noord-Brabant
February 2020
- Lesson with
14 slides
by
Schoolblocks
Aardrijkskunde
Basisschool
Groep 6-8
Schoolblocks
2KM NE L14 lezen toets
August 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Brabants
February 2023
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
2KM NE L16 lezen
August 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1