This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
4.2 spanningsbronnnen
Stukje herhaling H4.1
vragen maken 11 t/m 13 (test jezelf maken H4.1)
uitleg H4.2
proef doen op laptop
vragen maken H4.2 vraag 1 t/m 11
quiz
Slide 2 - Slide
De stroom meten
Met een stroommeter kun je meten hoe ‘sterk’ de elektrische stroom door een stroomkring is.
Je meet op een bepaald punt in de stroomkring hoeveel lading er in 1 seconde voorbijkomt.
hoeveelheid lading in 1 seconde is de stroomsterkte
Slide 3 - Slide
De stroomsterkte heeft als eenheid de ampère (A)
Een stroommeter wordt ook wel ampèremeter genoemd.
Als de stroomsterkte klein is, meet je de stroom meestal in milliampère (mA).
Omrekenen doe zo: 1 A = .........mA 1 mA = .........A
1 A = 1000 mA
1 mA = 0,001 A
Slide 4 - Slide
Twee manieren om de stroomsterkte te meten.
De stroomsterkte is op elke plaats in de stroomkring even groot (zie figuur ). Het maakt dan ook niet uit waar je de stroommeter in de stroomkring opneemt: links of rechts van het lampje.
A
A
Slide 5 - Slide
test jezelf maken H4.1 + vraag 11 t/m 13
timer
10:00
Slide 6 - Slide
geleider isolator
wat is een geleider?
noem voorbeelden................
wat is een isolator?
noem voorbeelden..............
Slide 7 - Slide
stroom
stroom = ..........
hoeveelheid lading / seconde
eenheid van stroom = ......
ampere (A)
dit kun je meten met een stroommeter of Amperemeter
Slide 8 - Slide
Spanning
1,5 V of 9V of 12V ..... wat betekent dat?
Dit kun je meten met een spanningsmeter
spanningsmeter wordt ook wel voltmeter genoemd
Slide 9 - Slide
Spanning
Slide 10 - Slide
condensator
elektrisch onderdeel dat zich net zo gedraagd als een ballon
Slide 11 - Slide
batterijen
-spanningsbron waarbij de spanning gelijk blijft.
-ieder apparaat is gemaakt om te werken bij een bepaalde spanning.