Leesvaardigheid 1

Training Leesvaardigheid
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Training Leesvaardigheid

Slide 1 - Slide

Welk cijfer ga je, denk je,
halen op het CSE?

Slide 2 - Mind map

Het grote geheim
Het Centraal Examen vraagt niet om leesvaardigheid.

Het vraagt om begrip over wat CITO van je wil.
Weet je dat, dan haal je goede cijfers

Slide 3 - Slide

Hoe bereid je je voor?
- Ken de Signaalwoorden

-Ken je Woordjes

- Ken de Vraagsoorten

- Oefenen, oefenen, oefenen

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden
Zorg dat je:
A) signaalwoorden herkent
B) Weet welk verband ze aangeven
C) Hoe je ze in een zin gebruikt
D) LEER JE SIGNAALWOORDEN!!!!!


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
As well as
In short
To praise
To criticize
For instance
Uitbreiding/Opsomming
Gevolg/Conclusie
Ondersteunen (positief)
Tegenstelling
Voorbeelden

Slide 7 - Drag question

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as

Slide 8 - Quiz

Welk signaal woord in de tekst geeft een tegenstelling aan?

Slide 9 - Open question

Stappenplan
1. Scannen: Titel, plaatjes, intro -> Waar gaat de tekst over?
1a. LEES NIET DE HELE TEKST DOOR!!!

2. Lees de vraag: In welke alinea's moet je kijken? -> aanstrepen

3. Wat voor soort vraag is het? ABCD/gaten/open/bewering?

4. Volg de stappen die nu nog gaan komen.

Slide 10 - Slide

Vraagsoorten
- Meerkeuzevraag
- Open vraag
- Gatenvraag
- Beweringenvraag

Slide 11 - Slide

Welke vraagsoort is
het moeilijkst?

Slide 12 - Mind map

Meerkeuzevraag: Stappenplan
Lees de vraag, niet de antwoorden! Staat er nuttige informatie in de vraag?

In het voorbeeld hiernaast zie je dat je moet kijken in paragrafen 1 en 2.

Verder staat er het woord relate in de vraag. We moeten dus op zoek naar een signaalwoord en uitzoeken om welk tekstverband het gaat.

Slide 13 - Slide

Meerkeuzevraag (vervolgd)
1. Lees de relevante tekst, en niets meer!
2. Streep alle signaal- en functiewoorden aan
3. Lees dan pas de antwoorden.
4. Haal de duidelijk foute antwoorden er tussenuit.
5. Past het antwoord in het onderwerp van de tekst? 
6 Kies je antwoord

Slide 14 - Slide

Which of the following is in line with the main idea of paragraph 4?
A
A country’s economy is dependent on its culture.
B
Cultural diversity should preferably be preserved.
C
Local cultures are readily sacrificed in the quest for profit.
D
The significance of cultural differences is underestimated.

Slide 15 - Quiz

Uitleg
De vraag is wat de kern van deze paragraaf is.

- Signaalwoorden zijn yet (r. 1) en but (r.3) Die markeer je.
- Bij antwoord A stond iets over a country's economy. Dit staat niet echt in de paragraaf.
- Bij C staat iets over dat Profits belangrijker zijn dan Cultures. Dat staat ook niet in de tekst.
- Blijven B en D over.
- B is positief,  D is negatief. De zin achter het signaalwoord Yet is negatief, en de zin na But is dat ook.  D is dus het juiste antwoord.

Slide 16 - Slide

What is the point made in paragraphs 1 and 2?
A
In the past the male Y chromosome used to be more substantial.
B
Men are hardly able to cope with challenges of their male pride.
C
Procreation may one day be realised without male participation.
D
The male physique is deteriorating at an alarming pace.

Slide 17 - Quiz

Uitleg
De vraag is wat de kern van deze paragrafen is.

- Signaalwoorden zijn but (r. 1), But (r. 4), So...that (r. 6).
- Bij antwoord C wordt gesproken over procreation, in de tekst helemaal niet.
- Bij antwoord D wordt gesproken over the maie physique, in de tekst helemaal niet.
Bij  but (r.1) staat dat het Y-chromosoom ten onder gaat. Bij But (r. 4) staat dat het niet is wat het ooit was. Er is dus een tijdsverloop, zoals ook verwoord wordt in Antwoord A




Slide 18 - Slide

Beweringenvragen
Hoe herken ik de vraag? -> Meerdere stellingen, genummerd 1,2 etc.

Slide 19 - Slide

Stappenplan
Allereerst markeren we het stuk tekst waar we moeten zoeken.
Dan strepen we de zoektermen aan waar we mee gaan werken. Denk hierbij aan:
- Namen, plaatsen
- Alles wat je in een cijfer kunt uitdrukken (de meerderheid), en tijdsaanduidingen (vandaag de dag)
- Internationale woorden (discriminatie, autoriteit)

Bij stelling 1 zouden we bijvoorbeeld 'te warm' (meetbare temperatuur) en 'tegenwoordig' (tijdsaanduiding) kunnen markeren.

Zoek naar signaalwoorden. Daar staat het antwoord in de buurt!

Slide 20 - Slide



De Afrikaanse kuststreek is tegenwoordig te warm voor pinguïns.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Uitleg
De stelling was: De Afrikaanse kuststreek is tegenwoordig te warm voor pinguïns. 

Een van de  zoektermen was warm. In dit hele stuk tekst wordt op geen enkele manier gesproken over temperatuur, dus de stelling is onjuist.

Slide 22 - Slide

Mr Moody’s looks and manner invite people to share their private
thoughts with him.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Uitleg
De stelling was: Mr Moody’s looks and manner invite people to share their private thoughts with him.

Als zoekterm zou je voor private (internationaal woord) kunnen kiezen.

In de tekst vind je de volgende signaalwoorden: as a consequence  (r. 4), or (r. 5), in short (r. 6), and (r. 7).

In regel 4 ev. vind je het woord confidence, wat in deze context gelijk staat aan private thoughts. Daaromheen lezend zien we dat die zin inderdaad kloptmet de stelling. De laatste zin, dat het concluderende signaalwoord in short bevat, bevestigt de stelling nog een keer. De stelling is juist.

Slide 24 - Slide