DE QUIZ Sinterklaas Quiz

De grote
Sinterklaas Quiz
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De grote
Sinterklaas Quiz

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Quizzzz
16 vragen over Sinterklaas
Winnaar krijgt een prijsje

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Wat is de officiële naam
van Sinterklaas?
A
Sint Nico
B
Sint Maarten
C
Sint Nicolaas
D
Sinterklaas

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Sinterklaas komt uit Spanje.
Hoe ziet de vlag van Spanje eruit?

A
Vlag 1
B
Vlag 2
C
Vlag 3
D
Vlrag 4

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


In welk jaar is
Sinterklaas geboren?
A
342 v.Chr
B
270 n. Chr
C
1889
D
125 v. Chr

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


Er zijn alleen maar bruine chocoladeletters te koop.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


Hoe heet het hoofddeksel
van Sinterklaas?
A
tabberd
B
kroon
C
muts
D
mijter

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Waar komt Sinterklaas
oorspronkelijk vandaan?
A
Turkije
B
Brazilië
C
Spanje
D
Nederland

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Op welke datum is
Sinterklaas jarig?
A
4 December
B
5 December
C
6 december
D
7 december

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Welke snoepgoed hoor je
NIET te eten met Sinterklaas?
A
Chocoladeletter
B
Pepernoten
C
Oliebollen
D
Chocolademunten

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Sinterklaas wordt in heel Europa gevierd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welk Sinterklaas nummer is dit?

Slide 13 - Open question

Dag sinterklaasje

Hoe heet het paard van
Sinterklaas?
A
Amerigo
B
Ozosnel
C
Rudolf
D
Pedro

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


De kerstman bestond
eerder dan Sinterklaas
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


Wat is zwaarder: 1000 gram pepernoten of 1 kg marsepein?
A
1000 gram pepernoten
B
1 kg marsepein
C
Ze zijn even zwaar
D
Dat ligt eraan...

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Waarom moest Sinterklaas naar het ziekenhuis?

A
Hij had zijn been gebroken
B
Hij stikte in een pepernoot
C
Hij heeft asma
D
Hij ging op bezoek

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk Sinterklaas nummer is dit?

Slide 18 - Open question

Daar wordt aan de deur geklopt

Vier jij Sinterklaas?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions