Cursus 5.1. Interbellum

Planning
Nieuwe uitleg (12 minuten)
Video met opdrachten  (20 minuten)
Opdrachten nakijken (5 minuten)
LessonUp! (5 minuten)


1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning
Nieuwe uitleg (12 minuten)
Video met opdrachten  (20 minuten)
Opdrachten nakijken (5 minuten)
LessonUp! (5 minuten)


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

1918: Duitsland geeft zich over!

De Duitse soldaten voelen zich verraden! 
Zij hadden het gevoel dat zij aan het winnen waren!

Zij voelden zich door hun eigen regering verraden: alsof zij een dolk in hun rug kregen: dolkstootlegende

Slide 5 - Slide

Verdrag van Versailles 
  1. Duitsland moet oorlogsschade betalen 
  2. Duitsland moet gebieden inleveren (binnen Europa en Koloniën)
  3. Duitsland mag geen groot leger meer hebben (100.000 man) 
Versailles is een stadje net naast Parijs

Slide 6 - Slide

Wat heeft de oorlog gekost?
  • Meer dan 20 miljoen mensenlevens
  • 1300 Duitsers, 900 fransen, 457 Engelsen, 1459 russen stierven per dag.
  • 40miljoen paarden, honden, duiven en andere dieren.
  • Totale kosten 186 miljard dollar.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Het crisisjaar (1929)
  • De hele wereld in een economische crisis
  • Eerst Amerika
  • Dan ook landen in Europa, zoals Duitsland en Nederland

Veel armoede.



Slide 9 - Slide

Het crisisjaar (1929)
  • Beurskrach

  • De hele wereld in een economische crisis

  • Eerst Amerika

  • Dan ook landen in Europa, zoals Duitsland en Nederland

  • Veel armoede.

Slide 10 - Slide

Video met vragen!
Opkomst Hitler

Slide 11 - Slide

De dolkstootlegende is...
A
Het idee dat de VS Duitsland expres failliet liet gaan
B
Het idee dat Duitsland in de loopgraven een grote nederlaag leed
C
D
Het idee dat Duitsland W.O. I verloor omdat ze verraden waren door hun eigen regering

Slide 12 - Quiz

Leg uit hoe de welvaart kon stijgen tijdens de Goeden Jaren.
Gebruik in je antwoord; Duitsland, Verenigde Staten, Frankrijk en België.

Slide 13 - Open question

Wat moesten de Nederlanders in de Crisisjaren doen om niet extra te kunnen werken?

Slide 14 - Open question

Wat was de Beurskrach?
A
Revolutie in de Verenigde Staten tegen de leningen aan Duitsland
B
Plotselinge daling van de aandelenkoersen.
C
Revolutie in Duitsland tegen de terugbetalingen.
D
Plotselinge stijging van de aandelenkoersen.

Slide 15 - Quiz

Wanneer was de beurskrach
A
1929
B
1925
C
1933
D
1919

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide