This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 180 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat betekent actieve en niet-actieve epilepsie?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Welke verpleegkundige interventies neem je bij een patiënt met een status epilepticus?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Welke van de niet-epileptische aanvallen heb je zelf wel eens ervaren?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Leg uit waarom epilepsie vaak voorkomt met mensen met een verstandelijke beperking.
Slide 14 - Open question
Welke aandoening wordt behandeld met psychofarmaca?
A
gedragsstoornis
B
hersentumor
C
auto-immuunziekte
D
herseninfarct
Slide 15 - Quiz
Waarom is het belangrijk om psychofarmaca zo vroeg mogelijk weer af te bouwen?
A
illegaliteit
B
vele bijwerkingen
C
slechte effectiviteit
D
hoge kosten
Slide 16 - Quiz
Een van de meest voorkomende bijwerkingen van psychofarmaca zijn gewichtstoename en verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Ook zie je daarbij vaak dat de nuchtere bloedsuiker verhoogd is. Hoe noem je al deze bijwerkingen bij elkaar?