Visie op zorg 2

Visie op zorg 2
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Visie op zorg 2

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun jij:
Uitleggen wat de verschillende soorten ordeningssystemen  zijn en kan hiervan voorbeelden geven

Kan uitleggen wat een zorgplan is 
Kan de functie van een zorgdoel uitleggen en hiervan een voorbeeld geven

Slide 2 - Slide

Wat wordt bedoeld met;
  • Mantelzorg
  • zelfzorg
  • professionele zorg 

Slide 3 - Slide

Meneer Janú heeft diabetes en woont geheel zelfstandig thuis. Nadat de dokter heeft geconstateerd dat hij een geïnfecteerde ingegroeide teennagel heeft – ten gevolge van slechte persoonlijke hygiëne – wordt zijn zoon ingeschakeld om hem hierin te begeleiden. Drie keer per week komt hij langs om zijn vader te helpen en om de wond te verzorgen. Na 3 weken is de wond genezen. Meneer Janú is heel dankbaar voor deze hulp.

A
Mantelzorg
B
Zelfzorg
C
Professionele zorg

Slide 4 - Quiz

Mijn buurman, meneer Pol, heeft het niet zo gemakkelijk sinds zijn vrouw gestorven is. Hij loopt er een beetje verloren bij en weet niet meer van aanpakken. Daarom doen wij geregeld boodschappen voor hem en houden we hem vaak gezelschap. Ook zijn familie steekt een handje toe in het huishouden”. Annie Geduld, 58 jaar.

A
Mantelzorg
B
Zelfzorg
C
Professionele zorg

Slide 5 - Quiz

Mevrouw Baarle kan na een hersenbloeding niet meer spreken en nauwelijks meer bewegen. De verzorgenden stellen haar steeds gerust als ze haar verzorgen, ze aaien over haar arm of wang, spreken op een geruststellende toon en kijken haar altijd aan. Op die manier wordt wassen, omkleden en eten een prettige bezigheid voor mevrouw Baarle die het allemaal zelf niet meer kan. Meestal ligt mevr. Baarle in bed, maar de verzorgenden tillen haar elke dag in haar rolstoel, zodat ze bij de anderen kan zitten. Zo vereenzaamt ze minder en hoort ze erbij.
A
Mantelzorg
B
Zelfzorg
C
Professionele zorg

Slide 6 - Quiz

Methodisch en Systematisch gegevens verzamelen 

Verzamelen van gegevens doen we niet lukraak, integendeel, we doen dit op een methodische en systematische wijze

We maken hierbij gebruik van classificatiesystemen of ordeningssystemen

Slide 7 - Slide

Verschillende ordeningssystemen
  • De 4 domeinen van verantwoorde zorg (zorgleefplan)
  • De 11 gezondheidspatronen van Gordon
  • Het Omaha systeem

Slide 8 - Slide

4 domeinen van Verantwoorde zorg
(zorgleefplan)


  1. Woon- en leefsituatie
  2. Participatie (activiteiten en sociale contacten)
  3. Mentaal welbevinden en autonomie (eigen regie)
  4. Lichamelijk welbevinden en gezondheid


Slide 9 - Slide

11 gezondheidspatronen van Gordon

  • De 11 gezondheidspatronen van Gordon omvatten alle aandachtsgebieden van een mens
  • Al deze 11 gezondheidspatronen hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar




Slide 10 - Slide

Welke gezondheidspatronen van Gordon kennen jullie?

Slide 11 - Open question

11 Gezondheidspatronen van Gordon
  1. Gezondheidsbeleving en instandhouding 
  2. Voeding en stofwisseling 
  3. Uitscheiding 
  4. Activiteiten 
  5. Slaap/rust 
  6. Waarneming en cognitie 
  7. Zelfbeleving 
  8. Rollen en relaties 
  9. Seksualiteit, voortplanting 
  10. Stress verwerking 
  11. Waarden en overtuiging 

Slide 12 - Slide

zorgleefplan

Slide 13 - Slide

Ik heb wel eens in een zorgleefplan gelezen
Ja
Nee

Slide 14 - Poll

Wat is een zorgleefplan?

Slide 15 - Open question

Wat staat er allemaal in een zorgleefplan?

Slide 16 - Open question

In een zorgleefplan staat; 
  • Waarom de zorgvrager hulp nodig heeft
  • Welk doel de zorgvrager voor ogen heeft
  • Welke activiteiten door verzorgenden uitgevoerd worden
  • Door wie de overige zorg verleend wordt
  • Hoeveel uren de zorg wordt verleend
  • Voor hoe lang de zorg wordt verleend
  • Wanneer de zorg geëvalueerd wordt

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

De 4 levensdomeinen
uit het 
Zorgleefplan
(VVT)

Slide 20 - Slide

Levensdomein 1 woon- en leefomstandigheden
Woonruimte
en
zich thuis voelen 
Bijv. De woning en
woonomgeving , l
evenssfeer en privacy, opgeruimd en schoon, 

Veiligheid
 Bijv.: persoonlijk alarmeringssysteem, slot op de deur en kasten, nachtlichtje, toezicht door medewerkers, brandpreventie/alarmering

Dagritme
Hoe laat komt de cliënt uit/op bed. Rust de cliënt tussendoor? ochtend/avondmens?

Bewegingsmogelijkheden,
mobiliteit
Aanpassingen/
speciale hulpmiddelen/ domotica 


Andere disciplines/hulpverleners

Slide 21 - Slide

Welke vragen kan je stellen over woon en leefomgeving

Slide 22 - Open question

Wat vindt u van uw kamer/woning
Wat is voor u belangrijk om u thuis te voelen
Hebt u eigen spullen om u heen?
Wat vind u van de inrichting?
Wat is belangrijk voor uw in privacy en eigen levenssfeer?
Wat zijn u dagelijkse gewoonte?
Hoe verplaatst u zich?
Gaat u graag van de kamer af?
Kan u de weg goed vinden?

Slide 23 - Slide

Levensdomein 2 participatie
Dagbesteding
Bezigheden overdag, belangrijke gebeurtenissen geloof/verjaardagen etc
.

Sociaal leven
Belangrijke contacten bijv. medebewoners, vrijwilligers etc. 

Contact met de samenleving
Contacten in familieverband, en in uw kennissenkring, buurt,
in de maatschappij?

Slide 24 - Slide

Welke vragen kan je stellen over participatie?

Slide 25 - Open question

Participatie
- Wat maakt u de laatste tijd zoals mee op een dag
- Wat zijn belangrijke gebeurtenissen voor u om te maken?
- Welke hobby’s en interesses heeft u?
- Speelt humor een belangrijk rol?
 - Netwerk, contacten?

Slide 26 - Slide

Levensdomein 3 mentaal welbevinden en autonomie
Ondersteuning van de eigen levens invulling
Zelfstandigheid, hulp krijgen.

Stemming
bijv. Wat is uw stemming meestal?
Leuke dingen om mee te maken.

Respect
bijv. Omgang met anderen.

Eigen identiteit en levensinvulling/levensfase
Bijv. belangrijke dingen in het leven, levensfase.



Slide 27 - Slide

Welke vragen kan je stellen over het mentale welbevinden?

Slide 28 - Open question

 Hoe is het voor u om hulp te krijgen?
 Hoe vindt u het om hulp te accepteren?
 Wat vindt u van de ondersteuning die u hier krijgt?
 Hoe is uw stemming meestal
 Maakt u zich ergens zorgen om
 Wat zijn voor u leuke dingen om mee te maken?

Observatie
:
 Uitingen en emoties van de cliënt
 Is een cliënt introvert, gesloten of extravert
 Hoe reageert de cliënt op prikkels, geluiden, gebeurtenissen

Slide 29 - Slide

Levensdomein 4 lichamelijk welbevinden
en gezondheid
Voeding
Bijv. Smakelijke maaltijden, hapjes, drankjes en vocht/voedselinname, dieet,

Schoon en verzorgd lichaam
Bijv. Lichamelijke verzorging, hoe vaak douchen/wassen etc

Lichamelijke functies/mogelijkheden
bijv. Zintuigen, rust en beweging, medicijngebruik, urine en ontlasting,

Gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming
bijv. Gezondheid, fit, moe, energiek.


Slide 30 - Slide

Welke vragen kan je stellen bij lichamelijk welbevinden?

Slide 31 - Open question

- Wat eet en drinkt u zoal op een dag
- Wat vindt u lekker om te eten of te drinken?
- Wat doet u zelf op het gebied van persoonlijke verzorging?
- Heeft u lichamelijke klachten?
- Wat vindt u belangrijk om er verzorgd uit te kunnen zien?
- Hoe gaat het met horen, zien en ruiken?

Slide 32 - Slide

Bij welk domein hoort het doel:
Mevrouw V gaat 3 maal per week naar de dagbesteding
A
Lichamelijk welbevinden
B
Woon en leefomstandigheid
C
Mentaal welbevinden
D
Participatie

Slide 33 - Quiz

Bij welke domein hoort het doel:
Mevrouw K weet wat de risico's zijn van veel zitten en weinig bewegen.
A
Lichamelijk welbevinden
B
Woon en leefomstandigheid
C
Mentaal welbevinden
D
Particpatie

Slide 34 - Quiz

Zorgdoel
Een zorgdoel is een concrete omschrijving van een gewenste situatie of gewenst gedrag van de zorgvrager. 

Daarbij geef je duidelijk de tijd aan waarbinnen de zorgvrager het zorgdoel wil bereiken.

Slide 35 - Slide

Functie van zorgdoelen
Het correct formuleren van zorgdoelen helpt je om een zorgplan te maken. 
Doordat je de gewenste situatie concreet en compleet beschrijft, is het onder andere mogelijk om:

  • zorgactiviteiten te kiezen die aansluiten bij de zorgdoelen die de zorgvrager wil bereiken
  • de zorg te evalueren

Slide 36 - Slide

Voorbeelden zorgdoelen

  • Mevrouw B. geeft iedere dag aan of de pijn te verdragen is. ​
  • Mevrouw B. wast zichzelf als zij loopgips heeft. ​ 
  • Mevrouw B. gaat binnen twee dagen naar het toilet onder begeleiding

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide