This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
We lezen de tekst "de blinde rechter". Geef in de open vraag je mening. Stel je voor je hebt een misdaad begaan. Wat heb je dan liever een blinde rechter, een ziende rechter of maakt het je niet uit. Motiveer je antwoord.
Slide 3 - Slide
Heb je liever een blinde of een ziende rechter of maakt het niet uit. Leg je antwoord uit
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Aan de slag
Opdrachten online: H2-P2: 1 t/m 8,10,11,15
Let op: volgende week is er weer huiswerkcontrole. Je hebt dan de opdrachten van paragraaf 2.1 en 2.2 gemaakt en zelf gecontroleerd
Slide 13 - Slide
wat is trias politica?
A
scheiding der machten
B
vrijheid van godsdienst
C
democratie
D
rechtsstaat
Slide 14 - Quiz
Wat is het legaliteitsbeginsel?
A
Naast rechten hebben we ook plichten.
B
Je kan niet twee keer worden vervolgd.
C
Iedere handeling van de overheid moet gebaseerd zijn op een wet.
D
De overheid kan ook strafbaar zijn.
Slide 15 - Quiz
Wat zijn klassieke grondrechten?
A
Rechten die de overheid moet garanderen.
B
Rechten die de overheid niet hoeft te garanderen.
C
Rechten die de rechter uitspreekt.
D
Rechten waar de overheid haar best voor moet doen.
Slide 16 - Quiz
Wat is het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten?
A
sociale grondrechten gaan over je relatie tot je medemens, klassieke grondrechten gaan over jezelf
B
sociale grondrechten zijn afdwingbaar, klassieke grondrechten niet.
C
klassieke grondrechten zijn afdwingbaar, sociale grondrechten niet.
D
de overheid heeft een inspanningsverplichting ten aanzien van de klassieke grondrechten.