Dienstag, den 30. März

Dienstag, den 30. März
Planung:
- Wiederholung Fragewörter
- Präpositionen 3. und 4. Fall
- Zusammen machen
- Hausaufgaben
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Dienstag, den 30. März
Planung:
- Wiederholung Fragewörter
- Präpositionen 3. und 4. Fall
- Zusammen machen
- Hausaufgaben

Slide 1 - Slide

vertaling: wer
A
wie
B
hoe
C
wat
D
waar

Slide 2 - Quiz

vertaling: was
A
wie
B
hoe
C
wat
D
waar

Slide 3 - Quiz

vertaling: warum
A
warum
B
waar
C
wie
D
hoe

Slide 4 - Quiz

vertaling: woher
A
waarheen
B
waar
C
waarvandaan
D
hoe

Slide 5 - Quiz

vertaling: wie
A
wie
B
hoe
C
wat
D
waar

Slide 6 - Quiz

Präpositionen 3. Fall
  1. mit = met 
  2. aus = uit
  3. nach = na / naar
  4. seit = sinds
  5. bei  = bij
  6. von = van
  7. zu = naar (vaak naar personen, zur Schule)
  • Soms heb je ook dit: vom (= von dem), zur (= zu der), zum (= zu dem)
  • Ich laufe mit ein.... Hund (m). mit = 3e nv --> einem Hund

Slide 7 - Slide

Präpositionen 4. Fall
  1. gegen = tegen
  2. ohne = zonder
  3. um = om
  4. durch = door
  5. für = voor
  6. Ich laufe gegen d.... Baum (m). --> gegen = 4e nv, dus den Baum

Slide 8 - Slide

Zusammen machen
- Paragraf 5.2
- Aufgaben 9 + 10 (S. 68)

Slide 9 - Slide

Hausaufgaben
- Lernen Lektion 1 - 4 (S. 94 + 95) + Grammatik A (S. 60) + B (S. 67-68)
- Machen Paragraf 5.2 Aufgaben 1, 8, 11

Slide 10 - Slide