Klimaten op aarde

1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Weer en Klimaat

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Klimaatsysteem van Köppen
5 hoofdklimaten:
A = Tropische klimaten
B = Droge klimaten
C = Zeeklimaten
D = Landklimaten
E = Koude klimaten

En 10 tallen subklimaten
bijv: Aw, Cf, Cw, Df, BW, BS, EH

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Toestand van de lucht op een bepaald moment op een bepaalde plaats: weer
Het gemiddelde weer over een periode van dertig jaar: klimaat

Slide 6 - Slide

Verschil weer en klimaat
  • Weer: Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en een bepaalde plaats
  • Klimaat: Het gemiddelde weer in een gebied, berekend over een periode van 30 jaar

Slide 7 - Slide

Breedteligging

Slide 8 - Slide

breedteligging

Slide 9 - Slide

Weer
Klimaat
Korte duur
Lange duur
Groot gebied
Plaatstelijk
Veranderlijk
Het gemiddelde

Slide 10 - Drag question

Breedteligging is...
A
De afstand vanaf de noordpool
B
Hoe breed een land is
C
De afstand vanaf de zuidpool
D
De afstand tot de evenaar

Slide 11 - Quiz

 Sleep de afkortingen van de  lengte en 
 breedteligging naar de juiste plek op de kaart.

OL - NB
OL - ZB
WL - ZB
WL - NB

Slide 12 - Drag question

Hoe hoger de breedteligging hoe ......... de temperatuur
A
Warmer
B
Kouder

Slide 13 - Quiz

Gematigd klimaat
Droog klimaat
Poolklimaat
Tropisch klimaat

Slide 14 - Drag question

Klimaatgebied = gebied waar het gemiddelde weer ongeveer hetzelfde is  

Slide 15 - Slide

De indeling van de aarde

Slide 16 - Slide

Toendra en ijs
Steppe en woestijn
Loofbos
Naaldbos
Tropisch regenwoud

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Slide

Klimaten op lage breedte

Slide 19 - Slide

Breedteligging: De geografische ligging van een plaats ten opzichte van de evenaar, uitgedrukt in graden

Slide 20 - Slide

Tropisch regenwoudklimaat:
  • bij de evenaar
  • altijd warm
  • het regent er bijna iedere dag
  • weinig verschil tussen seizoenen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Savanneklimaat:
  • ligt ten noorden en zuiden van het tropisch regenwoud
  • altijd warm
  • regentijd zorgt voor afwisseling, droge en natte periode in het jaar
  • er groeien bomen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Steppeklimaat:
  • grenst aan het savanneklimaat
  • wordt nooit echt koud
  • regentijd duurt korter dan in het savanneklimaat
  • groeien geen bomen meer

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Woestijnklimaat:
  • grenst meestal aan het steppeklimaat
  • overdag warm
  • erg droog, gemiddeld minder dan 250 mm neerslag per jaar
  • rotswoestijnen en soms alleen zand

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Gematigd zeeklimaat:
  • ligt in de nabijheid van zeeën en oceanen
  • verschil tussen zomer- en wintertemperatuur is niet zo groot
  • zomer- en winterseizoen

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Landklimaat:
  • zomer warm
  • winter koud
  • korter groeiseizoen vergeleken met gematigd zeeklimaat

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Toendraklimaat:
  • in de zomer komt de temperatuur boven 0 ⁰C in de winter onder 0 ⁰C
  • zomer duurt kort en de winter duurt lang
  • grond is lang bevroren
  • groeien geen bomen

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Poolklimaat:
  • temperatuur blijft altijd onder 0 ⁰C
  • op de hoogste toppen van de Alpen en de Himalaya ligt eeuwige sneeuw

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Tropischregenwoudklimaat
Landklimaat
Gematigd zeeklimaat

Slide 37 - Drag question

Overgang van tropen naar woestijn
Tropisch klimaat
Woestijnklimaat
Savanneklimaat
Steppeklimaat

Slide 38 - Slide

Maken
Maak §3.1 opgave 1 t/m 3 in je werkboek 
bladzijde 102 - 103


Slide 39 - Slide