2.2 Sparen of beleggen?

H2 GELD MOET ROLLEN
2. Ga je sparen of beleggen?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2 GELD MOET ROLLEN
2. Ga je sparen of beleggen?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

2. Ga je sparen of beleggen?
  • Ik weet waarom mensen sparen.
  • Ik kan het verschil tussen een spaarrekening en een spaardeposito uitleggen.
  • Ik kan zowel enkelvoudige als samengestelde rente berekenen.
  • Ik kan uitleggen op welke manier je geld met een belegging in obligaties of aandelen kan verdienen en/of verliezen.

Slide 3 - Slide

2.2 Ga je sparen of beleggen?
Spaarmotieven
Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor rente

Slide 4 - Slide

2.2 Ga je sparen of beleggen?
Spaarmotieven
Sparen is een deel van je inkomen niet uitgeven.
De redenen waarom je spaart noemen we spaarmotieven:
  • sparen omwille van de rente
  • sparen voor een bepaald doel
  • sparen uit voorzorg

Slide 5 - Slide

2.2 Ga je sparen of beleggen?
Rente
De rente is een vergoeding voor iemand die zijn geld beschikbaar stelt.
  • hoogte van het bedrag
  • periode dat het geld gespaard wordt
  • rentepercentage (is altijd per jaar!)
  • Als je voor langere tijd je geld wil
    laten vastzetten dan kan dat op een
    Spaardeposito (hogere rente)



Slide 6 - Slide

Ga je sparen of beleggen?
Enkelvoudige rente
Bij enkelvoudige rente ga je ervan uit dat je geen rente over de rente krijgt.
  • Je schrijft op het einde van het jaar de ontvangen rente over naar je betaalrekening.

Op mijn spaarrekening staat € 15.000. Ik krijg 0,5% rente (altijd per jaar).
  • Na 1 jaar heb ik € 15.000 : 100 x 0,5 = € 75
  • Als ik slechts 7 maanden spaar krijg ik € 75 : 12 x 7 = € 43,75

Slide 7 - Slide

2.2 Ga je sparen of beleggen?
Samengestelde rente
Bij samengestelde rente ga je ervan uit dat je wel rente over de rente krijgt.

Op mijn spaarrekening staat € 15.000. Ik krijg elk jaar 1,2 % rente. Hoeveel staat er na 3 jaar op mijn rekening?
  • Na 1 jaar heb ik € 15.000 : 100 x 1,2 = € 180 rente.
  • Na 2 jaar heb ik (€15.000 + € 180) : 100 x 1,2 = €182,16 rente.
  • Na 3 jaar heb ik (€15.180 + € 182,16) : 100 x 1,2 = € 184,35 rente.

Slide 8 - Slide

2.2 Ga je sparen of beleggen?
Samengestelde rente
Samengestelde rente reken je uit met behulp van een groeifactor.
groeifactor =    Stap 1: 100 + rente percentage, bijv 100 + 3 = 103
                               Stap 2: Uitkomst stap 1 : 100, bijvoorbeeld 103 : 100 = 1,03

Op mijn spaarrekening staat € 15.000. Ik krijg elk jaar 1,2 % rente. Hoeveel heb ik na 2 jaar? 
  1. Groeifactor = 101,2 : 100 = 1,012
  2. Na 2 jaar heb ik €15.000 x 1,012 x 1,012 = € 15.362,16


Slide 9 - Slide

2.2 Ga je sparen of beleggen?
Samengestelde rente
Samengestelde rente reken je uit met behulp van een groeifactor.
groeifactor =    Stap 1: 100 + rente percentage, bijv 100 + 3 = 103
                               Stap 2: Uitkomst stap 1 : 100, bijvoorbeeld 103 : 100 = 1,03
Als je heel veel jaren hebt kun je het met de groeifactor blijven vermenigvuldigen door te machtsverheffen, door het aantal jaar dat je spaart in de macht te zetten.

Op mijn spaarrekening staat € 15.000. Ik krijg elk jaar 1,2 % rente. 
a. Hoeveel heb ik na 15 jaar? 
b. Hoeveel rente heb ik na 15 jaar?
a. Na 15 jaar heb ik € 15.000 x 1,012^15 = € 17.939,03
b. De rente is € 17.939,03 - € 15.000 = € 2.939,03


Slide 10 - Slide

2.2 Ga je sparen of beleggen
Beleggen
Je kan ook beleggen in plaats van sparen:
  • Obligaties: je leent eigenlijk geld aan een bedrijf of land. Zij 
     betalen jou rente.
  • Aandelen: je koopt eigenlijk een deeltje van een bedrijf. Zo'n 
     bedrijf kan meer waard worden. Daarnaast krijg je misschien
     een deeltje van de winst (dividend).
  • Datgene wat het uiteindelijk oplevert heet rendement

Slide 11 - Slide

Opbrengst beleggingen (rendement)
Opbrengst aandelen:
Dividend, koersstijging (waardestijging) van een deel
Rendement obligaties:
Rente
Rendement spaarrekening:
Rente

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

2.2 Ga je sparen of beleggen
  • Ik kan uitleggen waarom mensen sparen.
  • Ik kan het verschil tussen een spaarrekening en een spaardeposito uitleggen.
  • Ik kan zowel enkelvoudige als samengestelde rente berekenen.
  • Ik kan uitleggen op welke manier je geld met een belegging in obligaties of aandelen kan verdienen en/of verliezen.

Slide 14 - Slide

Welke opgaven moet je maken?


2.2 op blz 46:
3 t/m 9

Slide 15 - Slide