Herhaling beeldspraak grade 10

Herhaling:

beeldspraak
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling:

beeldspraak

Slide 1 - Slide

Bij een ... lees je alleen het beeld, het object ontbreekt
A
vergelijking met als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 2 - Quiz

'Het schilderij leert ons iets over de klederdracht in de 17e eeuw' is een ...
A
vergelijking met als
B
metafoor
C
metonymia
D
personificatie

Slide 3 - Quiz

'De vuurtoren, een trouwe wachter, stond op het hoge duin.'
A
vergelijking met als
B
vergelijking zonder als
C
vergelijking met van
D
personificatie

Slide 4 - Quiz

'Die ongelooflijke ezel is weer zijn sleutels kwijt'!
A
metafoor, want het object ontbreekt
B
metafoor, want het beeld ontbreekt
C
metonymia, want het object ontbreekt
D
metonymia, want het beeld ontbreekt

Slide 5 - Quiz

De auto kwam hoestend op gang.
A
metonymia
B
synesthesie
C
personificatie
D
metafoor

Slide 6 - Quiz

'Even de neuzen tellen' is een metonymia, want ...
A
je noemt de maker, maar bedoelt het product
B
je noemt de verpakking, maar bedoelt de inhoud
C
je noemt het geheel, maar bedoelt een deel
D
je noemt een deel, maar bedoelt het geheel

Slide 7 - Quiz

Een schat van een meid
A
vergelijking zonder als
B
metafoor
C
metonymia
D
Een vergelijking met van

Slide 8 - Quiz

In 'De beste stuurlui staan aan wal' is 'de beste stuurlui'
A
het beeld dat ontbreekt
B
het object dat ontbreekt

Slide 9 - Quiz

Zijn hoofd, een tomaat, gloeide.
A
vergelijking met als
B
vergelijking zonder als
C
vergelijking met van
D
metonymia

Slide 10 - Quiz

Heb jij de nieuwste Lubach al gelezen?
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
personificatie

Slide 11 - Quiz