P2 Les 4 Geld

1 / 10
next
Slide 1: Interactive video with 1 slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

1

Slide 1 - Video

This item has no instructions

01:36
Whats Geburt?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Rekendoelen
Je kunt:

  • schattend en precies rekenen met geld,
  • geldbedragen op de juiste wijze afronden,
  • bronnen waarin geld voorkomt aflezen, interpreteren en ermee rekenen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Één liter melk kost €1,22. Je hebt 5 liter melk nodig.

Hoeveel eurocent bespaar je als je de pakken melk één voor één contant afrekent in plaats van alle 5 tegelijkertijd?
timer
1:00

Slide 4 - Open question

Niveau 3 
Hoeveel kost een basis zorgverzekering ongeveer?

Slide 5 - Open question

128.60
Sander is gezakt kiest voor Pleisterpakket B.
Hij betaalt zijn rijbewijs met zijn bijbaantje.
Per uur verdient hij € 5,10.
Hoeveel uur moet hij werken om
pakket B te betalen?

Slide 6 - Open question

Pleisterpakket B kost 621,- en per uur verdient Sander € 5,10. Hij moet dus 621 : 5,10 uur werken om uit de kosten te komen, dat is afgerond naar boven 122. 

Niveau 3
Ibi ziet op een Amerikaanse site een Dash Cam voor $ 259,99.
Daarnaast moet hij $ 73,92 verzend- en importkosten betalen.
Op een Engelse site ziet hij dezelfde Dash Cam voor £ 239,99,
inclusief verzendkosten.
Ibi kiest voor de goedkoopste optie.

Hoeveel betaalt hij?

Slide 7 - Open question

Vergelijk:

$ 259,99 + $ 73,92 = $ 333,91. $ 333,91 is in euro: 333,91 × 0,8472 = € 282,88.

 £ 239,99 in euro = £ 239,99 1,1697 = € 280,72. 
Het kopen van de Engelse site is goedkoper.
Je betaald schoolgeld in maandelijkse termijnen van 133,56 euro. Voor kleding en uitgaan geef je elke maand ongeveer 140 euro uit. Je ziektekostenverzekering kost per maand 110 euro.
Je hebt 87 euro studiefinanciering, en je verdient deze maand 190 euro.
Je neemt 234 euro op van je spaarrekening en je hebt 50 euro gekregen voor je verjaardag.
Je maakt met je vrienden het plan om deze maand nog een weekend weg te gaan, dat kost 280 euro.

Past dat binnen je budget?

Slide 8 - Open question

Uitgaven: € 133,56 + € 140 + € 110 = € 383,56.

Inkomsten: € 87 + € 190 + € 234 + € 50 = € 561.
€ 561 - € 383,56 = € 177,44.
Vragen?
VRAGEN?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions