3.2 De wereld van de grote stad

3.2 De wereld van de grote stad PT 1
1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijshavo, vwoLeerroute HLeerroute VLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2 De wereld van de grote stad PT 1

Slide 1 - Slide

Pak je aantekenschrift en schrijf 4 dingen op hoe je een stad kunt herkennen. 
In stilte.

Slide 2 - Slide

4 kenmerken van een stad:
1. Een bepaalde, per land verschillende, omvang.
2. Een hoge bebouwingsdichtheid in vergelijking met het omringde gebied.
3. Een beroepsbevolking die vrijwel uitsluitend werkt in de secundaire en tertiaire sector.
4. Een groot aantal functies voor het gebied rond de stad.

Slide 3 - Slide

In de middeleeuwen kon je een stad herkennen aan de stadsmuren.

Slide 4 - Slide

Maastricht vroeger
Overblijfselen stadsmuur

Slide 5 - Slide


Tegenwoordig is het lastig om een stad te herkennen:
Nederland heeft bijna 18 mln inwoners.
Rio de Janeiro is een stad met 13 mln inwoners.

Slide 6 - Slide

Megastad, wereldstad, hoofdstad

Slide 7 - Slide

Verschillende steden
Er zijn veel verschillende soorten steden, namelijk: Een hoofdstad, megastad, wereldstad
Een megastad heeft meer dan 10 miljoen inwoners. 

Slide 8 - Slide

Verschillende steden
Een hoofdstad is vaak de belangrijkste stad van een land. Het kan zijn dat een hoofdstad samen valt met een megastad en een wereldstad, zoals London en Tokyo.

Slide 9 - Slide

Verschillende steden
Een wereldstad heeft veel inwoners en is voor een groot deel van de wereld erg belangrijk. 
Belangrijk centrum op gebied van economie, cultuur en politiek

Slide 10 - Slide

3 soorten steden

1. Megastad: + 10 miljoen inwoners.


2. Wereldstad: groot en belangrijk op wereldniveau. Economie, cultuur en politiek.


3. Hoofdstad: bestuurscentrum van een land (vaak), belangrijkste stad.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Maak opdracht 1 tm 4

Slide 13 - Slide




3.2 De wereld van de grote stad PT 2

Slide 14 - Slide

Pak je schrift
Maak 3 kolommen. Boven de eerste schrijf je activiteit.
Dan 1 met hoever/hoelang je moet reizen en
de ander met hoever/hoelang je ervoor zou willen reizen.

Slide 15 - Slide

Schrijf de volgende woorden onder activiteit, schrijf er achter de tijden met hoever/hoelang je moet reizen en hoever/hoelang je wil reizen.

Slide 16 - Slide

School
Supermarkt
Sporten
Bioscoop
Zwembad
Fastfood restaurant
Kleding/schoenen winkel
Koelkast

Slide 17 - Slide

Welke uitspraak is juist?
A
Steden hebben 5000 inwoners
B
Een land kan maar 1 wereldstad hebben
C
Hoge bebouwingsdichtheid vergeleken met het gebied er omheen
D
Beroepsbevolking werkt voornamelijk in de quartaire sector

Slide 18 - Quiz

Wat is een megastad?
A
Een stad met 8 miljoen inwoners
B
Een stad met 10 miljoen inwoners
C
Veel inwoners en voor een groot deel van de wereld belangrijk
D
Een stad met veel cultuur, politiek en economie

Slide 19 - Quiz

Kan een stad tegelijk een hoofdstad, wereldstad en megastad zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

3 soorten steden

1. Megastad: 10 miljoen inwoners


2. Wereldstad: groot en belangrijk op wereldniveau
(Cultuur, Politiek, Economie)


3. Hoofdstad: bestuurscentrum van een land

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Ontwikkeld land VS. Ontwikkelingsland

Slide 23 - Slide

Ontwikkeld land
Stedelijk netwerk
(verbonden via wegen)

Slide 24 - Slide

Ontwikkelingslanden - Primate City

Slide 25 - Slide

Site & Situation
Site: Waar ligt een stad en met welke redenen (vruchtbaar/ aan zee/ handelsroute/ rivier/ etc.)
Situation: waar ligt de stad, ten opzichte van de omgeving en andere plaatsen/ steden (Parijs in het 'midden' van Frankrijk, goede verbindingen)

Slide 26 - Slide

Koloniale dubbelstad
In de tijd van het kolonialisme trokken Europeanen de hele wereld over. Aan de kust van de kolonies stichten zij nieuwe steden. 

Zo ontstonden er 'dubbele' steden die wij een koloniale dubbelstad noemen. 

Bestaat uit een Westers en een niet-Westers stadsdeel.

Slide 27 - Slide

Pak een iPad en aantekenschrift:
Omschrijf de site en de situation van:
Parijs + London + Amsterdam

Slide 28 - Slide

Huiswerk
Opdracht 5, 6 en 7

Slide 29 - Slide