Onderdeel 2: Het voltooid deelwoord
Het tweede onderdeel van de passé composé is het voltooid deelwoord.
We leren het voltooid deelwoord maken voor
regelmatige werkwoorden op -er.
Dit is heel eenvoudig. Je neemt van het werkwoord de infinitief - er + é.
Bijvoorbeeld: danser ---> stam: dans --> doe er é bij --> dansé