5. onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt):
ik zal werken, ik zal lezen =zal/zullen + hele ww
De trein zal vanmiddag om drie uur aankomen
6. onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt):
ik zou werken, ik zou lezen = zou/zouden + hele ww
De trein zou vanmiddag om drie uur aankomen