Verhoudingen

Rekenen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 7

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

Items in this lesson

Rekenen

Slide 1 - Slide

De afgelopen periode heeft groep 7 geoefend met het gebruiken van een verhoudingstabel. Tijdens deze les kan de verhoudingstabel gebruikt worden om de vragen te beantwoorden.

Eerst wordt de voorkennis opgehaald en daarna worden er vragen gesteld waarop iedere leerling met zijn eigen chromebook een antwoord kan geven.

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Wat is een verhouding?
A
Een verhouding is hetzelfde als een breuk.
B
Een verhouding is een kommagetal.
C
Een verhouding is een cijfer die je deelt.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

1 koe geeft 25 liter melk per dag
10 koeien
5 koeien
25 koeien
125 koeien
250 liter
125 liter
625 liter
3.125 liter
130 liter
3.175 liter
650 liter
300 liter

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Wie weet al wat een verhoudigstabel is?
A
Ik weet wat het is en kan er mee rekenen
B
Ik weet het nog een beejte
C
Ik weet wat het is
D
Ik heb geen idee

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


2.000 ml = ... liter
Denk aan L - dL - cL - mL
A
0,2
B
2
C
20
D
200

Slide 6 - Quiz

Van ml naar liter is drie sprongen van 10. Laat hiervoor de afbeelding van slide 7 nogmaals zien.

1.500 ml = ... liter
Denk aan mL - cL - dL - L
A
0,15
B
1,5
C
15
D
150

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

4.000 ml = ... liter
A
0,4
B
4
C
40
D
400

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Vul de verhoudingstabel in om te bepalen hoeveel gram suiker Bernadet nodig heeft voor 6 kilo appels

1,5
3
1000
6
500
2000

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

De verhouding 4 : 8 hoort bij...
A
1:3
B
1:5
C
1:2
D
1:6

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Verhouding kralen is 4:5
4 blauw: 5 wit
Ik heb 28 blauwe, hoeveel witte heb ik dan?
A
9
B
25
C
32
D
35

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Welk van deze producten is naar verhouding het goedkoopst?
A
Energy
B
AA-drink
C
Evenduur
D
zijn niet te vergelijken

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens een les hebben 2 van de 16 leerlingen hun boeken niet mee.
Welke verhouding is gelijk aan 2 van de 16?
A
2 : 8
B
1 : 4
C
1 : 6
D
1 : 8

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

In zakje A zitten 10 chocolaatjes. 7 zijn met nootjes.
In zakje B zitten 12 chocolaatjes. 8 zijn met nootjes
In welk zakje zitten naar verhouding de meeste nootjes?
A
Zakje A
B
Zakje B

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke verhouding hoort bij 20% en 0,2 en ?
51
A
1 op de 20
B
1 op de 10
C
3 op de 4
D
1 op de 5

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Vul de verhoudingstabel in om te bepalen hoeveel gram suiker Bernadet nodig heeft voor 6 kilo appels

1,5
3
1000
6
500
2000

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Reken uit met een verhoudingstabel:

1 kilo appels kost € 1,70. Hoeveel kost 2,5 kilo?
A
€ 4,25
B
€ 4,10
C
€ 3,40
D
€ 5,10

Slide 17 - Quiz

Je kan het getal direct vermenigvuldigen met 2,5. Je kan het ook eerst vermenigvuldigen met 2, dan apart vermenigvuldigen met 0,5 (delen door 2), en deze antwoorden bij elkaar optellen.
Reken uit met de verhoudingstabel.
10 eieren kosten € 2,10. Hoeveel betaal je voor 15 eieren?
A
€ 3,10
B
€ 3,15
C
€ 4,20
D
€ 2,95

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Reken uit met de verhoudingstabel.
Voor 1 liter cola betaal je € 1,90. Wat betaal je voor 6,5 liter cola?
A
€ 12,35
B
€ 11,40
C
€ 10,40
D
€ 12,45

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

heb je de verhoudingen begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

This item has no instructions