Deviant Starttaal Vooraf (A) T2H1 vergelijkingen

start-klaar 
       
       Pak je Ipad
       Start je Ipad op
       Scan de QR-code van lessonup. 
       Wacht stil tot iedereen klaar is
      
timer
2:30
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

start-klaar 
       
       Pak je Ipad
       Start je Ipad op
       Scan de QR-code van lessonup. 
       Wacht stil tot iedereen klaar is
      
timer
2:30

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inleiding

Herhaling woorden
vergelijking/letterlijk/figuurlijk
onderdelen tekst

Slide 2 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Een winkel waar je medicijnen
kunt ophalen
A
supermarkt
B
bijsluiter
C
apotheek
D
restaurant

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De zorg die iemand krijgt
om weer beter te worden
A
bijsluiter
B
behandeling
C
conditie
D
recept

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

De informatie die je krijgt
bij een medicijn.
A
bijsluiter
B
recept
C
gebruiksaanwijzing
D
eetpatroon

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Pijn die ontstaan door
bewegen of sporten
A
conditie
B
sportief
C
blessure
D
gezondheid

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe fit je bent
A
gezondheid
B
blessure
C
sportief
D
conditie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat je meestal eet
en op welk moment van de dag
A
ontbijt
B
eetpatroon
C
dieet
D
menu

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

hoe het met jouw lichaam gaat,
of je ziek bent of niet
A
fit
B
gezondheid
C
vitamine
D
sportief

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Een briefje of digitaal bericht
van de dokter waarop staat
welk medicijn je moet krijgen.
A
recept
B
bijsluiter
C
rekening
D
spelregels

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat je van iemand kan zeggen
die veel sport
A
krachtpatser
B
stoer
C
sportief
D
sterk

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een stof die je helpt
om gezond te blijven
A
vitamine
B
red bull
C
water
D
chocolade

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

letterlijk taalgebruik





er wordt precies bedoeld
wat er staat of wordt gezegd.
figuurlijk taalgebruik





er wordt iets anders bedoeld
dan er staat of wordt gezegd.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Een vorm van figuurlijk taalgebruik
is vergelijking.

Bij een vergelijking wordt 
een eigenschap van iets of iemand 
vergeleken met iets anders, 
omdat het daarop lijkt.

Slide 14 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

ziek               beter

                                              ongezond      gezond


                  dik       dun

Slide 15 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 16 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
buikpijn

hoofdpijn

misselijk

verkouden

keelpijn

Slide 17 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
De 7 onderdelen van een 
tekst.
  • Titel
  • Alinea
  • Witregel
  • Tussenkopje
  • Afbeelding/plaatje
  • Bijschrift
  • Bron 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De opbouw van de tekst 
titel
inleiding
alinea
bron
plaatje

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Titel
afbeelding
alinea
Bijschrift
Tussenkop

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Letterlijk taalgebruik is
A
Iets zeggen waarbij je vaak je fantasie moet gebruiken
B
Zeggen de woorden precies wat je bedoeld

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is figuurlijk taalgebruik?
A
Er wordt precies bedoeld wat er staat.
B
Er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Vinz is zijn sleutel kwijt.

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
'Ze kookt van woede.'
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
Joop kijkt door een roze bril.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

De vakantie staat voor de deur.

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
'Tom is het zonnetje in huis.'
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Is er sprake van letterlijk of figuur taalgebruik?
'De piloot was in de wolken'
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
C
Beide
D
Hangt van de situatie af

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Oma krijgt een nieuw gebit.
Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit.