les 4

Week 4
terminale fase
Palliatieve sedatie en euthanasie




1 / 49
next
Slide 1: Slide
assistenten in de gezondheidszorgMBOStudiejaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Week 4
terminale fase
Palliatieve sedatie en euthanasie




Slide 1 - Slide

Leerdoelen van vandaag
De studenten benoemen de belangrijkste taken van een verpleegkundige in terminale zorg en leggen uit hoe zij steun bieden aan de familie

De studenten kunnen de procedures rondom palliatieve sedatie en euthanasie beschrijven.





Slide 2 - Slide

Stelling: Ik ga de opgegeven leerdoelen halen vandaag.
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Eerst even wat herhaling van de vorige lessen...

Slide 4 - Slide

Een andere naam voor palliatieve zorg is terminale zorg.
A
Eens
B
Oneens

Slide 5 - Quiz

Palliatieve sedatie is een goed alternatief voor euthanasie.
A
Eens
B
Oneens

Slide 6 - Quiz

Wat doe je bij dyspneu in de terminale fase?
A
Morfine starten of ophogen
B
Morfine afbouwen en stoppen i.v.m. ademhalingsdepressie
C
Salbutamol vernevelen

Slide 7 - Quiz

Fentanyl veroorzaakt minder vaak obstipatie dan morfine
A
Eens
B
Oneens

Slide 8 - Quiz

Xylometazoline bij verstopte neus vermindert de werking van Instanyl
A
Eens
B
Oneens

Slide 9 - Quiz

Waar gaan we aan dood?
De belangrijkste oorzaken in Nederland:
  • Kanker
  • Hart- en vaatziekten
  • Ziekten van het zenuwstelsel 
  • Aandoeningen van de ademhalingsorganen

Slide 10 - Slide

roep maar: Wat is volgens jou palliatieve zorg?

Slide 11 - Open question

Palliatieve zorg
Vangt aan op het moment dat genezing van een levensbedreigende ziekte niet meer mogelijk is. 

Doel: 
Het bereiken van de beste kwaliteit van leven voor de patiënt en diens omgeving

Slide 12 - Slide

Palliatieve vs terminale zorg

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Drie stadia in de palliatieve fase
Stadium 1: 
  • Moment dat duidelijk wordt dat genezing niet meer mogelijk is: slecht nieuws, vaak chaos, soms opluchting
  • Duurt weken tot maanden of langer.
  • Doel van behandeling in deze fase is bereiken van evenwicht (emotioneel, lichamelijk)

Slide 15 - Slide

Drie stadia in de palliatieve fase
Stadium 2:
  • Meer stabiele fase, symptomen zijn in evenwicht en op de achtergrond
  • Aanpassings- en verwerkingsproces
  • Kan dagen, maar ook maanden tot jaar duren
  • Doel van behandeling is kwaliteit van leven.

Slide 16 - Slide

Drie stadia in de palliatieve fase
Stadium 3:
  • Ziekte schrijdt voort en kan niet meer worden onderdrukt, klachten komen terug of er komen nieuwe klachten
  • Terminale fase (dagen tot maanden)
  • Doel: kwaliteit van leven --> kwaliteit van sterven

Slide 17 - Slide

Roep maar: welke lichamelijke en andere problemen verwacht je in de palliatieve fase?

Slide 18 - Open question

Veel voorkomende problemen
Veel voorkomende problemen
  • Buitenwereld wordt steeds kleiner
  • Minder eten en drinken
  • Keert in zichzelf
  • Obstipatie 
  • Moeite met aanvaarden en loslaten (ook familie)
  • Hik
  • Pijn
  • Verwardheid (delier, vaker op het eind)
  • Kortademigheid
  • Misselijkheid en braken
  • Ileus
  • Mondklachten
  • Vermoeidheid (= meest voorkomend, minste te behandelen)

Slide 19 - Slide

Thuis​​
Hospice/ Bijna Thuis Huis​​
Palliatieve unit​​
Woonzorgcentrum​​
Verpleeghuis​​
Ziekenhuis
Waar wordt
terminale zorg
gegeven?

Slide 20 - Mind map

Slide 21 - Link

Wat is het verschil tussen de palliatieve fase en de terminale fase?

Slide 22 - Slide

Terminale zorg
  • zorg voor diegene die niet meer beter worden
  • Overlijden < 3 mnd
  • Richt zich op de kwaliteit van sterven


Palliatieve zorg richt zich daartegen op de kwaliteit van leven.

Slide 23 - Slide

Symptomen Terminale fase
  • Vermoeidheid
  • Pijn
  • Misselijk & Braken
  • Dyspnoe
  • Obstipatie
  • Ileus
  • Delier
  • Angst
  • Depressie

Slide 24 - Slide

Terminale zorg
De verpleegkundige richt de zorg op een rustig en een kwalitatief goed stervensproces:

  • Symptomen controleren en bestrijden, waarbij het behoud van cognitieve functies soms niet meer haalbaar of niet wenselijk is. 
  • Eventuele behandelingen richten zich alleen tot last te verminderen  
  • De zorgvrager is in deze fase vaak niet meer wilsbekwaam. 
  • Samenwerken, overleg en het maken van afspraken met de zorgvrager en zijn sociale netwerk centraal. Geven van voorlichting aan vooral het sociale netwerk. zorg voor naasten


Slide 25 - Slide

casus
MAAK GROEPJES

LEES HET DOOR 
ZOEK OP GOOGLE ALS JE IETS NIET WEET
BEANTWOORD MET JE GROEPJE DE VRAGEN

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Zorgpad stervensfase:
  • Draagt bij aan kwaliteit van zorg voor de palliatieve zorgvrager;

  • Vermindert de last van symptomen tijdens de terminale fase;

  • Verbetert de communicatie met de zorgvrager en zijn sociale netwerk;

  • Verbetert en stimuleert de multidisciplinaire samenwerking.



Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Palliatieve sedatie
  • Opzettelijk verlagen van het bewustzijn
  • Niet bedoeld om leven te verkorten:  Maar om onbehandelbaar lijden te behandelen
  • Normaal medisch handelen.
  • Niet te vroeg beginnen: max 14 dagen!
  • Bij pijn, kortademigheid, delier

Slide 31 - Slide

Palliatieve sedatie
Mate van sedatie: oppervlakkig/diep (diep: levensverwachting max 14 dgn)
Duur van sedatie: intermitterend/continu
Uitvoering: 
1. Midazolam s.c. (meestal pomp)
2. bij onvoldoende effect: levomepromazine toevoegen
3. bij onvoldoende effect: propofol (via anesthesist)
Alle medicatie staken (afbouwen) m.u.v. opioïden, haloperidol en dexamethason

Slide 32 - Slide

Palliatieve sedatie
Verder niet vergeten: 
Nicotinepleister bij roker plakken !
Voeding en vocht staken (bij diepe continue sedatie)
Denk aan blaaskatheter, wondverzorging, voorkomen van decubitus (Barriere crème), etc. 

Slide 33 - Slide

Euthanasie
Er is sprake van euthanasie als iemand op verzoek van een ander zijn of haar leven beëindigt. 
Dit is strafbaar, tenzij het door een arts gebeurt die daarbij de zorgvuldigheidscriteria in acht neemt. 

Slide 34 - Slide

Zes zorgvuldigheidseisen
1. Arts is ervan overtuigd dat patiënt een vrijwillig en weloverwogen verzoek tot euthanasie doet. 
2. De arts is ervan overtuigd dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden: de patiënt kan niet meer genezen/de patiënt lijdt onnodig en dit kan niet verminderd worden.
3. Arts dient patiënt informatie over situatie en vooruitzicht te hebben gegeven.

Slide 35 - Slide

Zes zorgvuldigheidseisen
4. De arts moet samen met patiënt besluiten dat er geen redelijke andere oplossing is. 
5. De arts heeft minstens 1 andere onafhankelijke arts (SCEN-arts) geraadpleegd. Deze moet de patiënt zien en mag niet betrokken zijn bij de behandeling of patiënt persoonlijk kennen. 
6. Arts moet op medisch zorgvuldige manier uitvoeren. 

Slide 36 - Slide

Euthanasie


!! Wilsverklaring inzake euthanasie!! is niet het zelfde als
ACTUEEL VERZOEK TOT EUTHANASIE


Slide 37 - Slide


Wilsverklaring inzake euthanasie: 
  • Verklaring waarin je aangeeft dat je euthanasie wenst.
  • Enkel in geval van onomkeerbare comateuze toestand bent (je kan nooit meer uit de coma ontwaken) .
Actueel verzoek tot euthanasie:
  • De effectieve vraag om euthanasie
  • Duidelijk aangeven om binnenkort te willen sterven.

Slide 38 - Slide

Wilsbekwaam bij aanvraag.
Vrijwillig en niet éénmalig.
Medisch uitzichtloos = ongeneeslijk
               terminaal
               niet-terminaal
Wilsbekwaam bij aanvraag.
Aanvraag is zelfgeschreven.
Vrijwillig en niet éénmalig.
Medisch uitzichtloos = ongeneeslijk
       Terminaal

      
       Niet-terminaal
Voorwaarden Euthanasie
door 1e arts + 2de controle arts bevestigd en mag nadien uitgevoerd worden
Naast 1e en 2de arts ook nog 3de arts (specialist) nodig. Mag pas na 1 maand wachttijd worden uitgevoerd.

Slide 39 - Slide

Procedure arts & apotheker
1. Tijdig aankondigen bij de apotheker
2. Mondeling contact vooraf en achteraf. 
3. Apotheker maakt euthanatica gereed (soms doet arts het zelf) + noodset en spreekt procedure door met arts.
4. Arts bewaart euthanatica deugdelijk. 
5. Tijdens uitvoering blijft arts aanwezig.
6. Gemeentelijk lijkschouwer/ lijkschouwer van de Officier van Justitie : deze moet controleren welke middelen zijn gebruikt (geëtiketteerde spuiten)+ schouwen!

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Intraveneuze methode
1. Lidocaïne - ter verdoving van de injectieplek
2. Thiopental - een coma-inductor
3. Natriumchloride - doorspuiten van de infuuslijn
4. Rocuronium - spierverslapper
5. Natriumchloride - doorspuiten van de infuuslijn

Slide 42 - Slide

Orale methode (hulp bij zelfdoding)
  • De arts neemt altijd een extra set intraveneuze euthanatica en materialen voor bereiding en uitvoering mee.+ plaatsing venflon!!
  • Start 12 uur van tevoren met toedienen metoclopramide: 12 uur ervoor, 6 uur ervoor en 1 uur ervoor. 
  • Barbituraatdrank (pentobarbitol - vieze bittere nasmaak) - coma-inductor
  • Na inname van de drank is de kans zeer groot dat de patiënt in een adequate bewustzijnsverlaging raakt en overlijdt. 

Slide 43 - Slide



Levenseinde kliniek



NPO documentaire 

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Leerdoelen van vandaag


De studenten kunnen de belangrijkste taken van een verpleegkundige in terminale zorg opnoemen en uitleggen hoe zij steun bieden aan de familie

De studenten kunnen de procedures rondom palliatieve sedatie en euthanasie beschrijven.



Slide 46 - Slide

Stelling:
Ik heb de leerdoelen voor vandaag gehaald.
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll

voor nu: 
Opdracht euthanasie: ga zelfstandig aan de slag hiermee.

Slide 48 - Slide

Volgende week
Maak de inleidende opdrachten in de reader bij week 8:
  • Plaatjes huidaandoeningen
  • Casus met vragen

Slide 49 - Slide