voltooid deelwoord oefenen en quiz

voltooid deelwoord oefenen en quiz
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

voltooid deelwoord oefenen en quiz

Slide 1 - Slide

Voltooid deelwoord

Slide 2 - Slide

Inquiry question
Wat gebeurde er tijdens de Watersnoodramp in 1953?

Slide 3 - Slide

Inquiry questions:
  • hoe je een voltooid deelwoord herkent
  • wanneer je een voltooid deelwoord gebruikt
  • hoe je een voltooid deelwoord schrijft
  • werkwoordenlijst MB

Slide 4 - Slide

Dictoglos

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruik je een
voltooid deelwoord?
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord. Voltooid betekent dat iets is afgerond. 

Voorbeeld:
Het regent → Het is nu aan het regenen.
Het heeft geregend → De regen is voorbij, het is nu droog.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-
gelopen - gefietst - gemaakt

Een voltooid deelwoord kan ook met be- beginnen
betaald -  begroet - begraven

Een voltooid deelwoord kan ook met ver- beginnen
verrast - verteld - verhuisd

Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 8 - Slide

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord kan ook met ont- beginnen
ontdekt - ontwaakt - ontvoerd
Een voltooid deelwoord kan ook met her- beginnen
herdenkt - herplaatst - hersteld
 
Een voltooid deelwoord eindigt op: 
Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 9 - Slide

Taak
Werk in groepen. Luister naar de tekst. Maak aantekeningen. Schrijf zoveel mogelijk op. De tekst wordt twee keer  
Write down as much as you understand.
The text is read loud and clear twice.
Overleg met je groepje en vergelijk de informatie. Maak de meest accurate versie van de tekst. 
Hoeveel heb je begrepen?

Slide 10 - Slide

Wat is een voltooid deelwoord?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Persoonsvorm

Slide 11 - Quiz

Wat is hier het voltooid deelwoord?
Ze hebben gisteravond samen macaroni gegeten.
A
Ze
B
Hebben
C
Macaroni
D
Gegeten

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?

Ik heb sperziebonen gekocht, want ik wist niet zeker of je spinazie lust.
A
lust
B
heb
C
wist
D
gekocht

Slide 13 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

verven
A
geverft
B
geverfd
C
gevervt
D
gevervd

Slide 14 - Quiz

Voltooid deelwoord gaat altijd samen met een vorm van de werkwoorden: 
zijn
hebben
worden
In de volgende opgave kies je een vorm van deze WW
en het voltooid deelwoord

Slide 15 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
Het ....(hebben - tt) de hele dag .....(regenen - vd)

kies twee antwoorden
A
hebt
B
geregend
C
heeft
D
geregent

Slide 16 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

Jente ....(zijn - tt) gisteren de hele middag in de bibliotheek .....(zijn - vd)

kies twee antwoorden
A
is
B
was
C
geweesd
D
geweest

Slide 17 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

Afgelopen weekend ....(hebben - tt) ik een nieuwe rugzak .....(kopen- vd)

kies twee antwoorden
A
had
B
heb
C
gekoopt
D
gekocht

Slide 18 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
Via Snapchat ....(worden - vt) de foto van ons nieuwe katje .....(sturen - vd)

kies twee antwoorden
A
werd
B
wordt
C
gestuurt
D
gestuurd

Slide 19 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

De ontsnapte koeien ....(zijn - tt) de snelweg .....(oversteken - vd)

kies twee antwoorden
A
waren
B
zijn
C
overgestoken
D
overgesteekt

Slide 20 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

Wanneer ....(worden - tt) de hele dag .....(regenen - vd)

kies twee antwoorden
A
werd
B
wordt
C
gesloopd
D
gesloopt

Slide 21 - Quiz

Vragen?

Slide 22 - Slide