DHV2R 1 september De brug

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom DHV2R!

Deze les:

Lezen

Herhalen theorie

Opdracht De Efteling 

Zelfstandig werken

1. Kleren te klein
2. Alles twee keer zeggen

Pak je leesboek erbij!

Het onderwerp

Welke leesstrategie gebruik je?

Welke stappen moet je hierbij zetten?

Tekstopbouw

Wat staat er in de inleiding?

In het middenstuk? 

En in het slot?

Wat betekent het begrip 'hoofdgedachte'?

1. Het belangrijkste van de tekst in enkele zinnen
2. Het belangrijkste van de tekst in één zin

Tekstdoelen

Welke tekstdoelen ken je?

Bij welk tekstdoel horen de tekstsoorten: reclametekst, flyer, uitnodiging?

1. Overtuigen
2. Activeren
3. Amuseren
4. Informeren

Bij welk tekstdoel horen de tekstsoorten: betoog, recensie, ingezonden brief?

1. Overtuigen
2. Activeren
3. Amuseren
4. Informeren

Bij welk tekstdoel horen de tekstsoorten: gebruiksaanwijzing, studieboek, nieuwsbericht?

1. Overtuigen
2. Activeren
3. Amuseren
4. Informeren

Welke tekstsoort hoort NIET bij het tekstdoel 'amuseren'?

1. Roman
2. Verhaal
3. Reclametekst
4. Strip

De Efteling

Stappenplan:

1 Wat is het onderwerp?

2 Zoek de inleiding, het middenstuk en het slot.

Noteer dit en geef bij het middenstuk aan wat het deelonderwerp is van elke alinea.

3 Welk doel heeft de schrijver met zijn tekst? Wat is het tekstdoel?

4 Wat is de hoofdgedachte?

De hoofdgedachte

In de inleiding (of in het slot): De Efteling begon als een trapveldje en groeide uit tot het grootste attractiepark in de Benelux.

Zelf formuleren: Het drukbezochte, grootste attractiepark in de Benelux, de Efteling, begon ooit als een trapveldje.

Tekstverbanden en signaalwoorden

Welke vier tekstverbanden ken je?

Noteer bij elk tekstverband een aantal signaalwoorden.

Aan de slag!

Maak opdracht 1 

Klaar? Pak je leesboek erbij

Volgende les

Zorg dat opdracht 1 de volgende les (morgen) af is

Neem het Nieuw Nederlands boek en je leesboek weer mee!